Summary
Dutch to English: more detail...
- stilzetten:
-
Wiktionary:
- stilzetten → halt, shut off, stop, switch off, turn off
Dutch
Detailed Translations for stilzetten from Dutch to English
stilzetten:
-
stilzetten (stoppen; afzetten; tot stilstand brengen)
to put out; to halt; to set out; to stop; to turn off; to bring to a halt; to bring to a standstill-
bring to a standstill verbe (brings to a standstill, brought to a standstill, bringing to a standstill)
-
stilzetten
Conjugations for stilzetten:
o.t.t.
- zet stil
- zet stil
- zet stil
- zetten stil
- zetten stil
- zetten stil
o.v.t.
- zette stil
- zette stil
- zette stil
- zetten stil
- zetten stil
- zetten stil
v.t.t.
- heb stilgezet
- hebt stilgezet
- heeft stilgezet
- hebben stilgezet
- hebben stilgezet
- hebben stilgezet
v.v.t.
- had stilgezet
- had stilgezet
- had stilgezet
- hadden stilgezet
- hadden stilgezet
- hadden stilgezet
o.t.t.t.
- zal stilzetten
- zult stilzetten
- zal stilzetten
- zullen stilzetten
- zullen stilzetten
- zullen stilzetten
o.v.t.t.
- zou stilzetten
- zou stilzetten
- zou stilzetten
- zouden stilzetten
- zouden stilzetten
- zouden stilzetten
en verder
- ben stilgezet
- bent stilgezet
- is stilgezet
- zijn stilgezet
- zijn stilgezet
- zijn stilgezet
diversen
- zet stil!
- zett stil!
- stilgezet
- stil zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stilzetten:
Wiktionary Translations for stilzetten:
stilzetten
verb
-
(overgankelijk) iets geheel van zijn snelheid beroven
- stilzetten → halt; shut off; stop; switch off; turn off