Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ten einde spelen:


Dutch

Detailed Translations for ten einde spelen from Dutch to English

ten einde spelen:

ten einde spelen verbe (speel ten einde, speelt ten einde, speelde ten einde, speelden ten einde, ten einde gespeeld)

  1. ten einde spelen
    to finish off playing
    • finish off playing verbe (finishes off playing, finished off playing, finishing off playing)

Conjugations for ten einde spelen:

o.t.t.
  1. speel ten einde
  2. speelt ten einde
  3. speelt ten einde
  4. spelen ten einde
  5. spelen ten einde
  6. spelen ten einde
o.v.t.
  1. speelde ten einde
  2. speelde ten einde
  3. speelde ten einde
  4. speelden ten einde
  5. speelden ten einde
  6. speelden ten einde
v.t.t.
  1. heb ten einde gespeeld
  2. hebt ten einde gespeeld
  3. heeft ten einde gespeeld
  4. hebben ten einde gespeeld
  5. hebben ten einde gespeeld
  6. hebben ten einde gespeeld
v.v.t.
  1. had ten einde gespeeld
  2. had ten einde gespeeld
  3. had ten einde gespeeld
  4. hadden ten einde gespeeld
  5. hadden ten einde gespeeld
  6. hadden ten einde gespeeld
o.t.t.t.
  1. zal ten einde spelen
  2. zult ten einde spelen
  3. zal ten einde spelen
  4. zullen ten einde spelen
  5. zullen ten einde spelen
  6. zullen ten einde spelen
o.v.t.t.
  1. zou ten einde spelen
  2. zou ten einde spelen
  3. zou ten einde spelen
  4. zouden ten einde spelen
  5. zouden ten einde spelen
  6. zouden ten einde spelen
en verder
  1. ben ten einde gespeeld
  2. bent ten einde gespeeld
  3. is ten einde gespeeld
  4. zijn ten einde gespeeld
  5. zijn ten einde gespeeld
  6. zijn ten einde gespeeld
diversen
  1. speel ten einde!
  2. speelt ten einde!
  3. ten einde gespeeld
  4. ten einde spelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ten einde spelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
finish off playing ten einde spelen

Related Translations for ten einde spelen