Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate terugzien

Translate terugzien from Dutch to English

Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. terugzien:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for terugzien from Dutch to English

terugzien:

terugzien verbe (zie terug, ziet terug, zag terug, zagen terug, teruggezien)

  1. terugzien
    to meet again
    • meet again verbe (meets again, met again, meeting again)

Conjugations for terugzien:

o.t.t.
  1. zie terug
  2. ziet terug
  3. ziet terug
  4. zien terug
  5. zien terug
  6. zien terug
o.v.t.
  1. zag terug
  2. zag terug
  3. zag terug
  4. zagen terug
  5. zagen terug
  6. zagen terug
v.t.t.
  1. heb teruggezien
  2. hebt teruggezien
  3. heeft teruggezien
  4. hebben teruggezien
  5. hebben teruggezien
  6. hebben teruggezien
v.v.t.
  1. had teruggezien
  2. had teruggezien
  3. had teruggezien
  4. hadden teruggezien
  5. hadden teruggezien
  6. hadden teruggezien
o.t.t.t.
  1. zal terugzien
  2. zult terugzien
  3. zal terugzien
  4. zullen terugzien
  5. zullen terugzien
  6. zullen terugzien
o.v.t.t.
  1. zou terugzien
  2. zou terugzien
  3. zou terugzien
  4. zouden terugzien
  5. zouden terugzien
  6. zouden terugzien
en verder
  1. ben teruggezien
  2. bent teruggezien
  3. is teruggezien
  4. zijn teruggezien
  5. zijn teruggezien
  6. zijn teruggezien
diversen
  1. zie terug!
  2. ziet terug!
  5. teruggezien
  6. terugziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugzien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
meet again terugzien weerzien

Wiktionary Translations for terugzien:

Cross Translation:
FromToVia
• terugzien → review; revise ↔ revoir — voir de nouveau.







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0489 seconds
Page rendered in 1.0 seconds