Summary
Dutch
Detailed Translations for tiranniseren from Dutch to English
tiranniseren:
-
tiranniseren (intimideren; terroriseren; vrees aanjagen)
-
tiranniseren (ringeloren; intimideren)
Conjugations for tiranniseren:
o.t.t.
- tiranniseer
- tiranniseert
- tiranniseert
- tiranniseren
- tiranniseren
- tiranniseren
o.v.t.
- tiranniseerde
- tiranniseerde
- tiranniseerde
- tiranniseerden
- tiranniseerden
- tiranniseerden
v.t.t.
- heb getiranniseerd
- hebt getiranniseerd
- heeft getiranniseerd
- hebben getiranniseerd
- hebben getiranniseerd
- hebben getiranniseerd
v.v.t.
- had getiranniseerd
- had getiranniseerd
- had getiranniseerd
- hadden getiranniseerd
- hadden getiranniseerd
- hadden getiranniseerd
o.t.t.t.
- zal tiranniseren
- zult tiranniseren
- zal tiranniseren
- zullen tiranniseren
- zullen tiranniseren
- zullen tiranniseren
o.v.t.t.
- zou tiranniseren
- zou tiranniseren
- zou tiranniseren
- zouden tiranniseren
- zouden tiranniseren
- zouden tiranniseren
en verder
- ben getiranniseerd
- bent getiranniseerd
- is getiranniseerd
- zijn getiranniseerd
- zijn getiranniseerd
- zijn getiranniseerd
diversen
- tiranniseer!
- tiranniseert!
- getiranniseerd
- tiranniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze