Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate touwen

Translate touwen from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

touwen:
- rope
- strings; ropes; cords
touw:
- rope
- bowline; rope
Wiktionary:
- touw → rope, line, cord
- touw → thaw, rope, hawser, cord, line, chord

Dutch

Detailed Translations for touwen from Dutch to English

touwen:

touwen adj

touwen
rope
- rope adj

touwen [de ~] nom, pluriel

de touwen (dikke koorden)
the strings; the ropes; the cords
- strings [the ~] nom
- ropes [the ~] nom
- cords [the ~] nom

Translation Matrix for touwen:

Noun	Related Translations	Other Translations
cords	dikke koorden; touwen	draden; elektriciteitssnoeren; koorden; snoeren
rope		boogstreng; kabel; kabeltouw; scheepskabel; scheepstouw; touw; touwtje
ropes	dikke koorden; touwen	draden; koorden; passementen; snoeren
strings	dikke koorden; touwen	besnaring; besnaringen; bespeler van strijkinstrument; bindgarens; bindtouwen; draden; koorden; koordjes; lijntjes; snaren; snoeren; snoertjes; strijker; touwtjes
Modifier	Related Translations	Other Translations
rope	touwen

Related Words for "touwen":

touw

touwen form of touw:

touw [de ~] nom

de touw (touwtje)
the rope
- rope [the ~] nom

touw [het ~] nom

het touw (boogstreng)
the bowline; the rope
- bowline [the ~] nom
- rope [the ~] nom

Translation Matrix for touw:

Noun	Related Translations	Other Translations
bowline	boogstreng; touw
rope	boogstreng; touw; touwtje	kabel; kabeltouw; scheepskabel; scheepstouw
Modifier	Related Translations	Other Translations
rope		touwen

Related Words for "touw":

touwen, touwtje, touwtjes

Related Definitions for "touw":

in elkaar gedraaide vezels waarmee je iets vastbindt¹
- om het pakje zat een touw¹

Wiktionary Translations for touw:

touw

noun

een middel om zaken bij elkaar te binden
- touw → rope

touw

noun

rope, cord, or string
- line → lijn; touw
length of twisted strands
- cord → touw; koord; zeel
thick, strong string
- rope → touw
a length of this string
- rope → touw

Cross Translation:

From	To	Via
• touw	→ thaw; rope; hawser	↔ Tau — starkes Schiffsseil aus Hanf oder Stahldraht
• touw	→ cord; line; chord	↔ corde — tortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.

¹Muiswerk Woordenboek