Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitspoken:


Dutch

Detailed Translations for uitspoken from Dutch to English

uitspoken:

uitspoken verbe

  1. uitspoken (uithalen)
    to play a trick
    • play a trick verbe (plays a trick, played a trick, playing a trick)

Translation Matrix for uitspoken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
play a trick uithalen; uitspoken dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
- uithalen

Synonyms for "uitspoken":


Related Definitions for "uitspoken":

  1. doen wat niet mag1
    • wat heeft die stoute jongen nu weer uitgespookt?1