Dutch
Detailed Translations for uitzakking from Dutch to English
uitzakking:
-
de uitzakking (verzakking)
Translation Matrix for uitzakking:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bulge | uitzakking; verzakking | hobbel |
sag | uitzakking; verzakking | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bulge | gaan hangen; opzwellen; puilen; uitpuilen; uitzakken; zwellen | |
sag | afglijden; aftakelen; afzakken; doorbuigen; doorzakken; gaan hangen; inzakken; inzinken; sterk afnemen; teruglopen; uitbuiken; uitzakken; vallen; vervallen; verzakken; wegglijden; wegzakken; wegzinken; zakken in | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bulge | bol; bolstaand |