Dutch
Detailed Translations for van etiket voorzien from Dutch to English
van etiket voorzien:
van etiket voorzien verbe (voorzie van etiket, voorziet van etiket, voorzag van etiket, voorzagen van etiket, van etiket voorzien)
-
van etiket voorzien (etiketteren)
Conjugations for van etiket voorzien:
o.t.t.
- voorzie van etiket
- voorziet van etiket
- voorziet van etiket
- voorzien van etiket
- voorzien van etiket
- voorzien van etiket
o.v.t.
- voorzag van etiket
- voorzag van etiket
- voorzag van etiket
- voorzagen van etiket
- voorzagen van etiket
- voorzagen van etiket
v.t.t.
- heb van etiket voorzien
- hebt van etiket voorzien
- heeft van etiket voorzien
- hebben van etiket voorzien
- hebben van etiket voorzien
- hebben van etiket voorzien
v.v.t.
- had van etiket voorzien
- had van etiket voorzien
- had van etiket voorzien
- hadden van etiket voorzien
- hadden van etiket voorzien
- hadden van etiket voorzien
o.t.t.t.
- zal van etiket voorzien
- zult van etiket voorzien
- zal van etiket voorzien
- zullen van etiket voorzien
- zullen van etiket voorzien
- zullen van etiket voorzien
o.v.t.t.
- zou van etiket voorzien
- zou van etiket voorzien
- zou van etiket voorzien
- zouden van etiket voorzien
- zouden van etiket voorzien
- zouden van etiket voorzien
en verder
- ben van etiket voorzien
- bent van etiket voorzien
- is van etiket voorzien
- zijn van etiket voorzien
- zijn van etiket voorzien
- zijn van etiket voorzien
diversen
- voorzie van etiket!
- voorziet van etiket!
- van etiket voorzien
- van etiket voorziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for van etiket voorzien:
Noun | Related Translations | Other Translations |
label | banderol; label; strook | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
label | etiketteren; van etiket voorzien |