Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vergramd:
  2. vergrammen:


Dutch

Detailed Translations for vergramd from Dutch to English

vergramd:

vergramd adj

  1. vergramd

Translation Matrix for vergramd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
wrathful vergramd boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd

vergramd form of vergrammen:

vergrammen verbe (vergram, vergramt, vergramde, vergramden, vergramd)

  1. vergrammen (verbitteren)
    to embitter; to turn; to sour
    • embitter verbe (embitters, embittered, embittering)
    • turn verbe (turns, turned, turning)
    • sour verbe (sours, soured, souring)

Conjugations for vergrammen:

o.t.t.
  1. vergram
  2. vergramt
  3. vergramt
  4. vergrammen
  5. vergrammen
  6. vergrammen
o.v.t.
  1. vergramde
  2. vergramde
  3. vergramde
  4. vergramden
  5. vergramden
  6. vergramden
v.t.t.
  1. heb vergramd
  2. hebt vergramd
  3. heeft vergramd
  4. hebben vergramd
  5. hebben vergramd
  6. hebben vergramd
v.v.t.
  1. had vergramd
  2. had vergramd
  3. had vergramd
  4. hadden vergramd
  5. hadden vergramd
  6. hadden vergramd
o.t.t.t.
  1. zal vergrammen
  2. zult vergrammen
  3. zal vergrammen
  4. zullen vergrammen
  5. zullen vergrammen
  6. zullen vergrammen
o.v.t.t.
  1. zou vergrammen
  2. zou vergrammen
  3. zou vergrammen
  4. zouden vergrammen
  5. zouden vergrammen
  6. zouden vergrammen
en verder
  1. ben vergramd
  2. bent vergramd
  3. is vergramd
  4. zijn vergramd
  5. zijn vergramd
  6. zijn vergramd
diversen
  1. vergram!
  2. vergramt!
  3. vergramd
  4. vergrammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergrammen:

NounRelated TranslationsOther Translations
turn beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
VerbRelated TranslationsOther Translations
embitter verbitteren; vergrammen
sour verbitteren; vergrammen aanzuren; bitter worden; schiften; verbolgen worden; verzuren; zuur worden; zuurder maken
turn verbitteren; vergrammen afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wenden; wentelen; zwenken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
sour bitter; galachtig; zuur