Dutch
Detailed Translations for verguizen from Dutch to English
verguizen:
-
verguizen (beschimpen; honen)
Conjugations for verguizen:
o.t.t.
- verguis
- verguist
- verguist
- verguizen
- verguizen
- verguizen
o.v.t.
- verguisde
- verguisde
- verguisde
- verguisden
- verguisden
- verguisden
v.t.t.
- heb verguisd
- hebt verguisd
- heeft verguisd
- hebben verguisd
- hebben verguisd
- hebben verguisd
v.v.t.
- had verguisd
- had verguisd
- had verguisd
- hadden verguisd
- hadden verguisd
- hadden verguisd
o.t.t.t.
- zal verguizen
- zult verguizen
- zal verguizen
- zullen verguizen
- zullen verguizen
- zullen verguizen
o.v.t.t.
- zou verguizen
- zou verguizen
- zou verguizen
- zouden verguizen
- zouden verguizen
- zouden verguizen
diversen
- verguis!
- verguist!
- verguisd
- verguizend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verguizen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
abuse | misbruik; oneigenlijk gebruik; overdadig gebruik; verguizing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abuse | beschimpen; honen; verguizen | afgeven op; beschimpen; misbruiken; schelden op; smaden; smalen; uitschelden |
malign | beschimpen; honen; verguizen | |
revile | beschimpen; honen; verguizen | schelden op; smaden; smalen |
External Machine Translations: