Dutch
Detailed Translations for verkrijgen from Dutch to English
verkrijgen:
-
verkrijgen (aankopen; kopen; verwerven; aanschaffen)
-
verkrijgen (verwerven)
-
verkrijgen (behalen; winnen)
-
verkrijgen (iets bemachtigen; te pakken krijgen)
to obtain; to seize; to get hold of; to seize upon; get one's hands on; to lay one's hands on; to receive for one's portion-
get one's hands on verbe
-
receive for one's portion verbe (receives for one's portion, received for one's portion, receiving for one's portion)
-
verkrijgen (acquireren; aanschaffen)
-
verkrijgen (iets bemachtigen; verwerven; kopen; eigen maken)
to seize; take possession of; get hold of something; to secure; to lay one's hands on-
take possession of verbe
-
get hold of something verbe
Conjugations for verkrijgen:
o.t.t.
- verkrijg
- verkrijgt
- verkrijgt
- verkrijgen
- verkrijgen
- verkrijgen
o.v.t.
- verkreeg
- verkreeg
- verkreeg
- verkregen
- verkregen
- verkregen
v.t.t.
- heb verkregen
- hebt verkregen
- heeft verkregen
- hebben verkregen
- hebben verkregen
- hebben verkregen
v.v.t.
- had verkregen
- had verkregen
- had verkregen
- hadden verkregen
- hadden verkregen
- hadden verkregen
o.t.t.t.
- zal verkrijgen
- zult verkrijgen
- zal verkrijgen
- zullen verkrijgen
- zullen verkrijgen
- zullen verkrijgen
o.v.t.t.
- zou verkrijgen
- zou verkrijgen
- zou verkrijgen
- zouden verkrijgen
- zouden verkrijgen
- zouden verkrijgen
diversen
- verkrijg!
- verkrijgt!
- verkregen
- verkrijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verkrijgen:
Synonyms for "verkrijgen":
Antonyms for "verkrijgen":
Related Definitions for "verkrijgen":
Wiktionary Translations for verkrijgen:
verkrijgen
Cross Translation:
verb
verkrijgen
-
in bezit krijgen, verwerven
- verkrijgen → obtain
verb
-
to get hold of, acquire
-
receive
- get → krijgen; verkrijgen
-
acquire
- gain → verkrijgen; winnen; bekomen
-
to gain, usually by one's own exertions; to get as one's own
-
to get
-
to obtain, or gain as the result of exertion
-
to gain or obtain access to
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkrijgen | → capture; collect; record; measure | ↔ erfassen — (transitiv) Daten, Informationen aufnehmen |
• verkrijgen | → acquire; buy; purchase; take over; get; obtain; gain; secure | ↔ acquérir — Devenir possesseur par le travail, par l’achat, par l’échange, par contrat ou alors par... (Sens général). |
• verkrijgen | → earn; earn a living; win; gain; beat; get; reach; obtain; secure; recruit; acquire; attract; enlist; enroll; enrol; rally; canvass; woo; profit; accrue | ↔ gagner — Traductions à trier suivant le sens |
• verkrijgen | → get; acquire; obtain; gain; secure | ↔ obtenir — Se faire accorder par tel ou tel moyen une chose que l’on désirer. |
External Machine Translations: