Dutch
Detailed Translations for verloftijd from Dutch to English
verloftijd:
-
de verloftijd (vakantie; verlof; snipperdag; verlofjaar)
Translation Matrix for verloftijd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
day off | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | rustdag; uitgaansdag; vakantiedag; verlofdag |
floating day | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | |
furlough | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | |
leave | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | heengaan; vertrekken |
sabbatical | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | studieverlof |
study leave | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | studieverlof |
vacation | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
leave | afgeven; afleveren; afreizen; afsteken; afvaren; bestellen; bezorgen; brengen; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opstappen; overhandigen; overlaten; smeren; thuisbezorgen; uitgaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren; zich verwijderen |