Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verschimmelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verschimmelen from Dutch to English

verschimmelen:

verschimmelen verbe (verschimmel, verschimmelt, verschimmelde, verschimmelden, verschimmeld)

  1. verschimmelen
    to become mildewed; to go mouldy

Conjugations for verschimmelen:

o.t.t.
  1. verschimmel
  2. verschimmelt
  3. verschimmelt
  4. verschimmelen
  5. verschimmelen
  6. verschimmelen
o.v.t.
  1. verschimmelde
  2. verschimmelde
  3. verschimmelde
  4. verschimmelden
  5. verschimmelden
  6. verschimmelden
v.t.t.
  1. ben verschimmeld
  2. bent verschimmeld
  3. is verschimmeld
  4. zijn verschimmeld
  5. zijn verschimmeld
  6. zijn verschimmeld
v.v.t.
  1. was verschimmeld
  2. was verschimmeld
  3. was verschimmeld
  4. waren verschimmeld
  5. waren verschimmeld
  6. waren verschimmeld
o.t.t.t.
  1. zal verschimmelen
  2. zult verschimmelen
  3. zal verschimmelen
  4. zullen verschimmelen
  5. zullen verschimmelen
  6. zullen verschimmelen
o.v.t.t.
  1. zou verschimmelen
  2. zou verschimmelen
  3. zou verschimmelen
  4. zouden verschimmelen
  5. zouden verschimmelen
  6. zouden verschimmelen
diversen
  1. verschimmel!
  2. verschimmelt!
  3. verschimmeld
  4. verschimmelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschimmelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
become mildewed verschimmelen
go mouldy verschimmelen

Wiktionary Translations for verschimmelen:

verschimmelen
verb
  1. biologie|nld intr|nld door beschimmeling bedorven raken

Cross Translation:
FromToVia
verschimmelen moldy; mouldy moisirse couvrir de moisissure.