Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verschoten:
  2. verschieten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verschoten from Dutch to English

verschoten:

verschoten adj

  1. verschoten (flets; bleek; flauw)

Translation Matrix for verschoten:

NounRelated TranslationsOther Translations
dim deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
faint bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
VerbRelated TranslationsOther Translations
dim bedoezelen; dimmen
faint flauwvallen; in katzwijm vallen; wegraken; zwijmelen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bland bleek; flauw; flets; verschoten charmant; flauw; genegenheid opwekkend; innemend; karakterloos; laf; minzaam; poeslief; slap; smakeloos; stijlloos; zonder karakter; zonder zout; zoutloos
dim bleek; flauw; flets; verschoten flauw; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; schemerachtig; schemerig; schimmig; vaag; vagelijk; wazig; zonder zout; zoutloos
faded bleek; flauw; flets; verschoten verdord; verlept; verwelkt
faint bleek; flauw; flets; verschoten afgedempt; bleekjes; flauw; flauwtjes; gedempt; halfluid; laf; mistig; nevelachtig; niet helder; onduidelijk; onhelder; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; vagelijk; wazig; wee; ziekelijk; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes
lurid bleek; flauw; flets; verschoten
pale bleek; flauw; flets; verschoten blank; bleek; bleek van gelaatskleur; bleekjes; flets; kleurloos; ongekleurd; pips; slap; slapjes; wee; wit; wit van huidskleur; ziekelijk; zwak
sallow bleek; flauw; flets; verschoten bevlekt; vlekkig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
washed out bleek; flauw; flets; verschoten blank; bleek; futloos; lamlendig; lusteloos; mat; pips; slap; wit; wit van huidskleur

verschoten form of verschieten:

verschieten verbe (verschiet, verschoot, verschoten, verschoten)

  1. verschieten (vaal worden; vervagen; vervalen; verkleuren)
    to fade; to tarnish; change color

Conjugations for verschieten:

o.t.t.
  1. verschiet
  2. verschiet
  3. verschiet
  4. verschieten
  5. verschieten
  6. verschieten
o.v.t.
  1. verschoot
  2. verschoot
  3. verschoot
  4. verschoten
  5. verschoten
  6. verschoten
v.t.t.
  1. heb verschoten
  2. hebt verschoten
  3. heeft verschoten
  4. hebben verschoten
  5. hebben verschoten
  6. hebben verschoten
v.v.t.
  1. had verschoten
  2. had verschoten
  3. had verschoten
  4. hadden verschoten
  5. hadden verschoten
  6. hadden verschoten
o.t.t.t.
  1. zal verschieten
  2. zult verschieten
  3. zal verschieten
  4. zullen verschieten
  5. zullen verschieten
  6. zullen verschieten
o.v.t.t.
  1. zou verschieten
  2. zou verschieten
  3. zou verschieten
  4. zouden verschieten
  5. zouden verschieten
  6. zouden verschieten
diversen
  1. verschiet!
  2. verschiet!
  3. verschoten
  4. verschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschieten:

NounRelated TranslationsOther Translations
fade vervaging
tarnish ontluistering
VerbRelated TranslationsOther Translations
change color vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen van kleur veranderen; verkleuren
fade vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen van kleur veranderen; verflauwen; verkleuren; verslappen
tarnish vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen bevlekken; dof maken; een smet werpen op; ontluisteren; tanen; verbleken; vervagen

Wiktionary Translations for verschieten:


Cross Translation:
FromToVia
verschieten fade; blanch; pale pâlirdevenir pâle.
verschieten lapse tomber — Être entraîner en bas par son poids.