Dutch
Detailed Translations for verzegeld from Dutch to English
verzegeld:
Translation Matrix for verzegeld:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
sealed | verzegeld | dicht; gesloten; gezegeld; op slot |
verzegeld form of verzegelen:
-
verzegelen
-
verzegelen
Conjugations for verzegelen:
o.t.t.
- verzegel
- verzegelt
- verzegelt
- verzegelen
- verzegelen
- verzegelen
o.v.t.
- verzegelde
- verzegelde
- verzegelde
- verzegelden
- verzegelden
- verzegelden
v.t.t.
- heb verzegeld
- hebt verzegeld
- heeft verzegeld
- hebben verzegeld
- hebben verzegeld
- hebben verzegeld
v.v.t.
- had verzegeld
- had verzegeld
- had verzegeld
- hadden verzegeld
- hadden verzegeld
- hadden verzegeld
o.t.t.t.
- zal verzegelen
- zult verzegelen
- zal verzegelen
- zullen verzegelen
- zullen verzegelen
- zullen verzegelen
o.v.t.t.
- zou verzegelen
- zou verzegelen
- zou verzegelen
- zouden verzegelen
- zouden verzegelen
- zouden verzegelen
diversen
- verzegel!
- verzegelt!
- verzegeld
- verzegelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verzegelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
seal | ijk; ijkmerk; inktstempel; keur; plakzegel; rob; stempel; verzegeling; waarborg; zeehond; zeerob; zegel | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
put under seal | verzegelen | dichten; dichtmaken; dichtstoppen; stoppen |
seal | verzegelen | afdichten; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; goedkeuren; homologeren; stempel zetten; stempelen; stoppen; van zegel voorzien |
Wiktionary Translations for verzegelen:
verzegelen
Cross Translation:
verb
-
to place a seal on (a document)
-
to fasten (something) closed so that it cannot be opened without visible damage
-
to place in a sealed container
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzegelen | → seal; stamp | ↔ sceller — Marquer d’un sceau |