Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voorsorteren:


Dutch

Detailed Translations for voorsorteren from Dutch to English

voorsorteren:

voorsorteren verbe (sorteer voor, sorteert voor, sorteerde voor, sorteerden voor, voorgesorteerd)

  1. voorsorteren
    to sort
    • sort verbe (sorts, sorted, sorting)

Conjugations for voorsorteren:

o.t.t.
  1. sorteer voor
  2. sorteert voor
  3. sorteert voor
  4. sorteren voor
  5. sorteren voor
  6. sorteren voor
o.v.t.
  1. sorteerde voor
  2. sorteerde voor
  3. sorteerde voor
  4. sorteerden voor
  5. sorteerden voor
  6. sorteerden voor
v.t.t.
  1. heb voorgesorteerd
  2. hebt voorgesorteerd
  3. heeft voorgesorteerd
  4. hebben voorgesorteerd
  5. hebben voorgesorteerd
  6. hebben voorgesorteerd
v.v.t.
  1. had voorgesorteerd
  2. had voorgesorteerd
  3. had voorgesorteerd
  4. hadden voorgesorteerd
  5. hadden voorgesorteerd
  6. hadden voorgesorteerd
o.t.t.t.
  1. zal voorsorteren
  2. zult voorsorteren
  3. zal voorsorteren
  4. zullen voorsorteren
  5. zullen voorsorteren
  6. zullen voorsorteren
o.v.t.t.
  1. zou voorsorteren
  2. zou voorsorteren
  3. zou voorsorteren
  4. zouden voorsorteren
  5. zouden voorsorteren
  6. zouden voorsorteren
diversen
  1. sorteer voor!
  2. sorteert voor!
  3. voorgesorteerd
  4. voorsorterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voorsorteren:

NounRelated TranslationsOther Translations
sort genre; slag; soort; type
VerbRelated TranslationsOther Translations
sort voorsorteren sorteren

External Machine Translations: