Dutch

Detailed Translations for vraag from Dutch to English

vraag:

vraag [de ~] nom

  1. de vraag (eis; vordering)
    the demand; the request; the query; the claim
  2. de vraag (interpellatie)
    the question; the interpellation; the request; the definition of a problem; the problem
  3. de vraag (bede; verzoek)
    the request
  4. de vraag
    the question
    – A question, usually from a drop-down list, that users can use to confirm their identity and reset their password in case they have forgotten it. 1

Translation Matrix for vraag:

NounRelated TranslationsOther Translations
claim eis; vordering; vraag aanspraak; aanspraak maken op; beweren; claim; eis; eis tot schadevergoeding; opvragen; opvraging; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtsvordering; schadeclaim; schadevordering; schuldvordering; titel; vordering
definition of a problem interpellatie; vraag probleemstelling; stelling; vraagstelling
demand eis; vordering; vraag aanmaning; aansporing tot plicht; aanspraak; claim; eis; herinnering; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; vordering
interpellation interpellatie; vraag
problem interpellatie; vraag complicatie; geval; knik; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; probleemgeval; strubbeling; vraagstuk; zwaarte
query eis; vordering; vraag query
question interpellatie; vraag geval; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraagstuk; zaak; zwaarte
request bede; eis; interpellatie; verzoek; vordering; vraag aanvraag; bede; bod; motie; opvragen; opvraging; propositie; smeekbede; smeekgebed; verzoek; voorstel; voorstel doen
VerbRelated TranslationsOther Translations
claim aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwireren; verzoeken; vorderen; vragen
demand aanspraak maken op; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen; vraag stellen; vragen
query aanvragen; aanzoeken; bidden; rekwestreren; smeken; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen
question aanvechten; aarzelen; bestrijden; betwisten; doorvragen; doorzagen; interpelleren; ondervragen; overhoren; twijfelen; uithoren; uitvragen; verhoren; weifelen
request aanvragen; aanzoeken; bidden; rekwestreren; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen

Related Words for "vraag":


Antonyms for "vraag":


Related Definitions for "vraag":

  1. belangstelling voor een artikel2
    • er is in de zomer geen vraag naar sjaals2
  2. wat je zegt om iets te krijgen2
    • de leraar stelde een moeilijke vraag2

Wiktionary Translations for vraag:

vraag
noun
  1. een verzoek om inlichting
vraag
noun
  1. a question
  2. desire to purchase goods and services
  3. question or inquiry
  4. sentence which asks for information
  5. something unknown
  6. act of requesting

Cross Translation:
FromToVia
vraag question FrageLinguistik: Äußerung, die Antwort oder Klärung verlangt; Aufforderung zur Antwort
vraag enquiry; inquiry AnfrageFrage an jemanden, mit der eine Antwort erwartet wird.
vraag question; inquiry; issue; point; query questioninterrogation, demande que l’on faire pour s’informer de quelque chose.

vraag form of vragen:

vragen verbe (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)

  1. vragen (aanzoeken; verzoeken; aanvragen; uitnodigen)
    to request; to require; to ask; apply to; to appeal; to query; to petition; to beg; to examine; to pretest; to test; to try out; to try
    • request verbe (requests, requested, requesting)
    • require verbe (requires, required, requiring)
    • ask verbe (asks, asked, asking)
    • apply to verbe
    • appeal verbe (appeals, appealed, appealing)
    • query verbe (queries, queried, querying)
    • petition verbe (petitions, petitioned, petitioning)
    • beg verbe (begs, begged, begging)
    • examine verbe (examines, examined, examining)
    • pretest verbe (pretests, pretested, pretesting)
    • test verbe (tests, tested, testing)
    • try out verbe (tries out, tried out, trying out)
    • try verbe (tries, tried, trying)
  2. vragen (vraag stellen)
    to query; to ask; to demand; to wonder
    • query verbe (queries, queried, querying)
    • ask verbe (asks, asked, asking)
    • demand verbe (demands, demanded, demanding)
    • wonder verbe (wonders, wondered, wondering)
  3. vragen (rekwestreren; aanvragen; verzoeken)
    to request; apply for; to query; to ask for; to file a petition; to petition
    • request verbe (requests, requested, requesting)
    • apply for verbe
    • query verbe (queries, queried, querying)
    • ask for verbe (asks for, asked for, asking for)
    • file a petition verbe (files a petition, filed a petition, filing a petition)
    • petition verbe (petitions, petitioned, petitioning)
  4. vragen (smeken; verzoeken; bidden)
    to beg; to plead; to request; to appeal; to implore; to beseech; to pray; to query; to ask
    • beg verbe (begs, begged, begging)
    • plead verbe (pleads, pleaded, pleading)
    • request verbe (requests, requested, requesting)
    • appeal verbe (appeals, appealed, appealing)
    • implore verbe (implores, implored, imploring)
    • beseech verbe (beseeches, beseeched, beseeching)
    • pray verbe (prays, prayed, praying)
    • query verbe (queries, queried, querying)
    • ask verbe (asks, asked, asking)
  5. vragen (opvragen; aanvragen; verzoeken)
    to ask for; to claim
    • ask for verbe (asks for, asked for, asking for)
    • claim verbe (claims, claimed, claiming)

Conjugations for vragen:

o.t.t.
  1. vraag
  2. vraagt
  3. vraagt
  4. vragen
  5. vragen
  6. vragen
o.v.t.
  1. vroeg
  2. vroeg
  3. vroeg
  4. vroegen
  5. vroegen
  6. vroegen
v.t.t.
  1. heb gevraagd
  2. hebt gevraagd
  3. heeft gevraagd
  4. hebben gevraagd
  5. hebben gevraagd
  6. hebben gevraagd
v.v.t.
  1. had gevraagd
  2. had gevraagd
  3. had gevraagd
  4. hadden gevraagd
  5. hadden gevraagd
  6. hadden gevraagd
o.t.t.t.
  1. zal vragen
  2. zult vragen
  3. zal vragen
  4. zullen vragen
  5. zullen vragen
  6. zullen vragen
o.v.t.t.
  1. zou vragen
  2. zou vragen
  3. zou vragen
  4. zouden vragen
  5. zouden vragen
  6. zouden vragen
diversen
  1. vraag!
  2. vraagt!
  3. gevraagd
  4. vragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vragen [de ~] nom, pluriel

  1. de vragen (verzoeken)
    the questions; the requests

Translation Matrix for vragen:

NounRelated TranslationsOther Translations
appeal aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvraag; appèl; attractiviteit; bede; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bezwaarschrift; fascinatie; petitie; rechtsmiddel; rekest; rekwest; smeekbede; smeekgebed; verzoek; verzoekschrift
claim aanspraak; aanspraak maken op; beweren; claim; eis; eis tot schadevergoeding; opvragen; opvraging; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtsvordering; schadeclaim; schadevordering; schuldvordering; titel; vordering; vraag
demand aanmaning; aansporing tot plicht; aanspraak; claim; eis; herinnering; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; vordering; vraag
petition aanvraag; bezwaarschrift; claim; eis; petitie; rekest; rekwest; smeekschrift; verzoekschrift; vordering
query eis; query; vordering; vraag
questions verzoeken; vragen
request aanvraag; bede; bod; eis; interpellatie; motie; opvragen; opvraging; propositie; smeekbede; smeekgebed; verzoek; voorstel; voorstel doen; vordering; vraag
requests verzoeken; vragen applicatie
test beproeving; bezoeking; chemische verbinding; computertoets; ergernis; grief; kwelling; maatstaf; nood; probeersel; proef; proefwerk; reagens; repetitie; temptatie; test; toets; toetssteen
try inspanning; poging; probeersel
try out eerste voorstelling; première
VerbRelated TranslationsOther Translations
appeal aanvragen; aanzoeken; bidden; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aantekenen; appelleren; appèl aantekenen; beroepen; verzet aantekenen
apply for aanvragen; rekwestreren; verzoeken; vragen
apply to aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen
ask aanvragen; aanzoeken; bidden; smeken; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen navragen
ask for aanvragen; opvragen; rekwestreren; verzoeken; vragen
beg aanvragen; aanzoeken; bidden; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen bedelen; schooien; soebatten
beseech bidden; smeken; verzoeken; vragen
claim aanvragen; opvragen; verzoeken; vragen aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen
demand vraag stellen; vragen aanspraak maken op; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
examine aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; examen afnemen; examineren; fouilleren; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; overhoren; proberen; schouwen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; visiteren
file a petition aanvragen; rekwestreren; verzoeken; vragen
implore bidden; smeken; verzoeken; vragen
petition aanvragen; aanzoeken; rekwestreren; uitnodigen; verzoeken; vragen
plead bidden; smeken; verzoeken; vragen bepleiten; pleiten; soebatten
pray bidden; smeken; verzoeken; vragen bidden; in gebed zijn
pretest aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen beproeven; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
query aanvragen; aanzoeken; bidden; rekwestreren; smeken; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen
request aanvragen; aanzoeken; bidden; rekwestreren; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen
require aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen behoeven; benodigen; eisen; nodig hebben; vereisen; vergen; verlangen
test aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen beproeven; examen afnemen; examineren; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; overhoren; proberen; proeven; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
try aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen aanproberen; beproeven; berechten; betrachten; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; passen; pogen; proberen; proeven; smaken; testen; toetsen; trachten; uitproberen; uittesten; vervolgen
try out aanvragen; aanzoeken; uitnodigen; verzoeken; vragen beproeven; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
wonder vraag stellen; vragen afvragen; nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren; verwonderen
- uitnodigen; verzoeken
OtherRelated TranslationsOther Translations
wonder wonder

Related Words for "vragen":


Synonyms for "vragen":


Antonyms for "vragen":


Related Definitions for "vragen":

  1. verzoeken je gast te zijn2
    • als ik jarig ben vraag ik alle kinderen van de klas2
  2. zeggen dat je iets wilt hebben of een antwoord wilt krijgen2
    • zij vroeg aan Anja hoe oud ze was2
  3. zeggen dat je iets gedaan wilt krijgen2
    • ik vroeg hem de brief terug te sturen2

Wiktionary Translations for vragen:

vragen
verb
  1. mondeling of schriftelijk informatie verzoeken
    • vragenask
  2. mondeling of schriftelijk actie verzoeken
    • vragenask
vragen
verb
  1. to require, demand
  2. make a request
  3. request an answer
  4. inquire

Cross Translation:
FromToVia
vragen ask fragen — (transitiv) eine Auskunft erbitten, um eine Auskunft bitten, eine Frage stellen
vragen ask; ask for; inquire; request; demand demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
vragen invite inviterconvier, prier de se trouver, de se rendre quelque part, d’assister à quelque cérémonie, etc.
vragen pray; ask; ask for; beg; bid; request; apply; seek; apply for prieradorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce.

Related Translations for vraag