Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate vrouwelijkheid

Translate vrouwelijkheid from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

vrouwelijkheid:
- femininity; womanliness
vrouwelijk:
- feminine; female
Wiktionary:
- vrouwelijkheid → femininity, womanliness
- vrouwelijk → feminine, female
- vrouwelijk → female, womanly, feminine

Dutch

Detailed Translations for vrouwelijkheid from Dutch to English

vrouwelijkheid:

vrouwelijkheid [de ~ (v)] nom

de vrouwelijkheid
the femininity; the womanliness
- femininity [the ~] nom
- womanliness [the ~] nom
de vrouwelijkheid
the femininity
- femininity [the ~] nom

Translation Matrix for vrouwelijkheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
femininity	vrouwelijkheid
womanliness	vrouwelijkheid

Related Words for "vrouwelijkheid":

vrouwelijk

Wiktionary Translations for vrouwelijkheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• vrouwelijkheid	→ femininity; womanliness	↔ féminité — caractère de ce qui est féminin.

vrouwelijk:

vrouwelijk adj

vrouwelijk (feminien)
feminine
– befitting or characteristic of a woman especially a mature woman ¹
- feminine adj
vrouwelijk
female
– for or pertaining to or composed of women or girls ¹
- female adj
  - the female lead in the play¹
  - a female chorus¹

Translation Matrix for vrouwelijk:

Noun	Related Translations	Other Translations
female		vrouw; wijf; wijfje
Adjective	Related Translations	Other Translations
female	vrouwelijk
feminine	feminien; vrouwelijk
Not Specified	Related Translations	Other Translations
female		vertrouwenspersoon

Related Words for "vrouwelijk":

vrouwelijkheid, vrouwelijker, vrouwelijkere, vrouwelijkst, vrouwelijkste, vrouwelijke

Wiktionary Translations for vrouwelijk:

vrouwelijk

adjective

met betrekking tot een vrouw, kenmerkend voor een vrouw
- vrouwelijk → feminine

vrouwelijk

adjective

belonging to the sex with larger, fertilizable gametes
- female → vrouwelijk

Cross Translation:

From	To	Via
• vrouwelijk	→ female	↔ weiblich — nicht steigerbar: zu dem Geschlecht gehörig, das Kinder bekommt, Eier legt oder (bei Pflanzen) Samen ansetzt
• vrouwelijk	→ womanly; feminine	↔ weiblich — mit den den Frauen eigenen oder zugesprochenen Eigenschaften ausgestattet
• vrouwelijk	→ womanly; feminine	↔ weiblich — für Frauen passend
• vrouwelijk	→ feminine	↔ weiblich — nicht steigerbar: zu einem bestimmten der (im Deutschen drei) grammatikalischen Geschlechter (Genus) gehörend
• vrouwelijk	→ female	↔ femelle — zoologie\|fr Du sexe organisé pour concevoir et enfanter ou pondre les œufs.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University