Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wederkeren:


Dutch

Detailed Translations for wederkeren from Dutch to English

wederkeren:

wederkeren verbe (keer weder, keert weder, keerde weder, keerden weder, wedergekeerd)

  1. wederkeren (weerkeren)
    to come back; to return
    • come back verbe (comes back, came back, coming back)
    • return verbe (returns, returned, returning)

Conjugations for wederkeren:

o.t.t.
  1. keer weder
  2. keert weder
  3. keert weder
  4. keren weder
  5. keren weder
  6. keren weder
o.v.t.
  1. keerde weder
  2. keerde weder
  3. keerde weder
  4. keerden weder
  5. keerden weder
  6. keerden weder
v.t.t.
  1. ben wedergekeerd
  2. bent wedergekeerd
  3. is wedergekeerd
  4. zijn wedergekeerd
  5. zijn wedergekeerd
  6. zijn wedergekeerd
v.v.t.
  1. was wedergekeerd
  2. was wedergekeerd
  3. was wedergekeerd
  4. waren wedergekeerd
  5. waren wedergekeerd
  6. waren wedergekeerd
o.t.t.t.
  1. zal wederkeren
  2. zult wederkeren
  3. zal wederkeren
  4. zullen wederkeren
  5. zullen wederkeren
  6. zullen wederkeren
o.v.t.t.
  1. zou wederkeren
  2. zou wederkeren
  3. zou wederkeren
  4. zouden wederkeren
  5. zouden wederkeren
  6. zouden wederkeren
diversen
  1. keer weder!
  2. keert weder!
  3. wedergekeerd
  4. wederkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wederkeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
return baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; weergave; winst
VerbRelated TranslationsOther Translations
come back wederkeren; weerkeren
return wederkeren; weerkeren dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug