Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wederkerend:
  2. wederkeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wederkerend from Dutch to English

wederkerend:

wederkerend adj

  1. wederkerend (reflexief)

Translation Matrix for wederkerend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
reflexive reflexief; wederkerend beschouwelijk; beschouwend

Wiktionary Translations for wederkerend:

wederkerend
adjective
  1. stopping and starting at intervals
  2. in grammar

Cross Translation:
FromToVia
wederkerend reflexive reflexivLinguistik: in Bezug auf ein Verb: rückbezüglich auf das Subjekt
wederkerend reflexive réfléchi — Se dit d’un pronom qui représente le même référent que le sujet

wederkerend form of wederkeren:

wederkeren verbe (keer weder, keert weder, keerde weder, keerden weder, wedergekeerd)

  1. wederkeren (weerkeren)
    to come back; to return
    • come back verbe (comes back, came back, coming back)
    • return verbe (returns, returned, returning)

Conjugations for wederkeren:

o.t.t.
  1. keer weder
  2. keert weder
  3. keert weder
  4. keren weder
  5. keren weder
  6. keren weder
o.v.t.
  1. keerde weder
  2. keerde weder
  3. keerde weder
  4. keerden weder
  5. keerden weder
  6. keerden weder
v.t.t.
  1. ben wedergekeerd
  2. bent wedergekeerd
  3. is wedergekeerd
  4. zijn wedergekeerd
  5. zijn wedergekeerd
  6. zijn wedergekeerd
v.v.t.
  1. was wedergekeerd
  2. was wedergekeerd
  3. was wedergekeerd
  4. waren wedergekeerd
  5. waren wedergekeerd
  6. waren wedergekeerd
o.t.t.t.
  1. zal wederkeren
  2. zult wederkeren
  3. zal wederkeren
  4. zullen wederkeren
  5. zullen wederkeren
  6. zullen wederkeren
o.v.t.t.
  1. zou wederkeren
  2. zou wederkeren
  3. zou wederkeren
  4. zouden wederkeren
  5. zouden wederkeren
  6. zouden wederkeren
diversen
  1. keer weder!
  2. keert weder!
  3. wedergekeerd
  4. wederkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wederkeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
return baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; weergave; winst
VerbRelated TranslationsOther Translations
come back wederkeren; weerkeren
return wederkeren; weerkeren dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug