Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. weerlicht:
  2. weerlichten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for weerlicht from Dutch to English

weerlicht:

weerlicht [de ~ (m)] nom

  1. de weerlicht (bliksem)
    the lightning; the sheet lightning; the heat lightning; the summer lightning

Translation Matrix for weerlicht:

NounRelated TranslationsOther Translations
heat lightning bliksem; weerlicht
lightning bliksem; weerlicht bliksem; bliksems; hemelvuur; weerlichten
sheet lightning bliksem; weerlicht
summer lightning bliksem; weerlicht

Related Words for "weerlicht":


Wiktionary Translations for weerlicht:

weerlicht
noun
  1. discharge
  2. flash of light

Cross Translation:
FromToVia
weerlicht heat lightning WetterleuchtenMeteorologie: nicht oder nur schwach von Donner begleiteter Widerschein von Blitzen eines fernen Gewitters

weerlicht form of weerlichten:

weerlichten verbe (weerlicht, weerlichtte, weerlichtten, geweerlicht)

  1. weerlichten (bliksemen; lichten)
    to lighten
    • lighten verbe (lightens, lightened, lightening)

Conjugations for weerlichten:

o.t.t.
  1. weerlicht
  2. weerlicht
  3. weerlicht
  4. weerlichten
  5. weerlichten
  6. weerlichten
o.v.t.
  1. weerlichtte
  2. weerlichtte
  3. weerlichtte
  4. weerlichtten
  5. weerlichtten
  6. weerlichtten
v.t.t.
  1. heb geweerlicht
  2. hebt geweerlicht
  3. heeft geweerlicht
  4. hebben geweerlicht
  5. hebben geweerlicht
  6. hebben geweerlicht
v.v.t.
  1. had geweerlicht
  2. had geweerlicht
  3. had geweerlicht
  4. hadden geweerlicht
  5. hadden geweerlicht
  6. hadden geweerlicht
o.t.t.t.
  1. zal weerlichten
  2. zult weerlichten
  3. zal weerlichten
  4. zullen weerlichten
  5. zullen weerlichten
  6. zullen weerlichten
o.v.t.t.
  1. zou weerlichten
  2. zou weerlichten
  3. zou weerlichten
  4. zouden weerlichten
  5. zouden weerlichten
  6. zouden weerlichten
diversen
  1. weerlicht!
  2. weerlichtt!
  3. geweerlicht
  4. weerlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

weerlichten [het ~] nom

  1. het weerlichten (bliksems)
    the flashes of lightning; the lightning

Translation Matrix for weerlichten:

NounRelated TranslationsOther Translations
flashes of lightning bliksems; weerlichten
lightning bliksems; weerlichten bliksem; hemelvuur; weerlicht
VerbRelated TranslationsOther Translations
lighten bliksemen; lichten; weerlichten beschijnen; flitsen; lichten; lichter worden van kleur; oplichten; verlichten

Related Words for "weerlichten":