Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate zedeloos
Translate
zedeloos
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
zedeloos:
obscene
;
cunning
;
smooth
;
sleek
;
slithery
;
bald
;
smoothly
;
icy
;
slippery
;
immoral
;
lack of moral
;
indecent
;
amoral
Wiktionary:
zedeloos →
abject
,
unhealthy
,
ill
,
sick
,
unwell
,
ailing
Dutch
Detailed Translations for
zedeloos
from Dutch to English
zedeloos:
zedeloos
adj
zedeloos
(
obsceen
;
vunzig
;
schuin
;
vies
)
obscene
;
cunning
;
smooth
;
sleek
;
slithery
;
bald
;
smoothly
;
icy
;
slippery
;
immoral
;
lack of moral
obscene
adj
cunning
adj
smooth
adj
sleek
adj
slithery
adj
bald
adj
smoothly
adv
icy
adj
slippery
adj
immoral
adj
lack of moral
adj
zedeloos
(
immoreel
;
onzedelijk
;
amoreel
;
onzedig
)
indecent
;
immoral
;
amoral
indecent
adj
immoral
adj
amoral
adj
Translation Matrix for zedeloos:
Noun
Related Translations
Other Translations
cunning
arglist
;
arglistigheid
;
doortraptheid
;
geraffineerdheid
;
geslepenheid
;
gewiekstheid
;
gladheid
;
leepheid
;
linkheid
;
listigheid
;
raffinement
;
sluwheid
;
snoodheid
Verb
Related Translations
Other Translations
smooth
afplatten
;
effenen
;
egaliseren
;
gelijkmaken
;
gladmaken
;
nivelleren
;
platmaken
;
politoeren
;
raspen
;
schaven
;
schuren
;
vlak maken
Adjective
Related Translations
Other Translations
bald
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
kaal
;
kaalhoofdig
;
onbehaard
;
zonder haar
cunning
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
achterbaks
;
arglistig
;
berekenend
;
doortrapt
;
gehaaid
;
gemeen
;
geniepig
;
geraffineerd
;
geslepen
;
gewiekst
;
gluiperig
;
leep
;
link
;
listig
;
slinks
;
sluw
;
snood
;
stiekem
;
uitgekookt
icy
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
bitterkoud
;
ijskoud
;
ijzig
;
steenkoud
immoral
amoreel
;
immoreel
;
obsceen
;
onzedelijk
;
onzedig
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
oneerbaar
;
ontaard
;
onzedelijk
;
onzedig
indecent
amoreel
;
immoreel
;
onzedelijk
;
onzedig
;
zedeloos
aanstootgevend
;
aanstotelijk
;
achterbaks
;
boers
;
geniepig
;
gluiperig
;
hufterig
;
in het geniep
;
lomp
;
onbehoorlijk
;
onbehouwen
;
onbeleefd
;
onbeschaafd
;
onbeschoft
;
onbetamelijk
;
oneerbaar
;
onfatsoenlijk
;
ongehoord
;
ongemanierd
;
ongepast
;
onhoffelijk
;
onpassend
;
ontaard
;
onwelgevoegelijk
;
onwelvoegelijk
;
onwelvoeglijk
;
onzedelijk
;
onzedig
;
snood
;
stiekem
obscene
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
losbandig
;
tuchteloos
sleek
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
slippery
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
achterbaks
;
doortrapt
;
gehaaid
;
gemeen
;
geniepig
;
geraffineerd
;
geslepen
;
gewiekst
;
glad
;
glibberig
;
gluiperig
;
leep
;
listig
;
slinks
;
slipgevaarlijk
;
sluw
;
snood
;
stiekem
;
uitgekookt
slithery
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
glad
;
glibberig
smooth
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
effen
;
egaal
;
gelijk
;
geslepen
;
glad
;
plat
;
rimpelloos
;
smeuïg
;
strak
;
stromend
;
vlak
;
vlakuit
;
vliedend
;
vloeiend
;
vlot
Adverb
Related Translations
Other Translations
smoothly
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
op rolletjes
Modifier
Related Translations
Other Translations
amoral
amoreel
;
immoreel
;
onzedelijk
;
onzedig
;
zedeloos
lack of moral
obsceen
;
schuin
;
vies
;
vunzig
;
zedeloos
Related Words for "zedeloos":
zedeloosheid
Wiktionary Translations for
zedeloos
:
Cross Translation:
From
To
Via
•
zedeloos
→
abject
↔
abject
— Qui est dans un état d’
abjection
, qui est rejeté et digne de l’être ; vil, méprisable.
•
zedeloos
→
unhealthy
;
ill
;
sick
;
unwell
;
ailing
↔
malsain
— Qui n’est pas sain, qui a en soi le germe de quelque maladie.
(Sens général).
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads