Dutch
Detailed Translations for zich nestelen from Dutch to English
zich nestelen:
-
zich nestelen (zich vestigen; neerstrijken; plaatsnemen)
to settle; to establish oneself; to take up one's residence somewhere-
take up one's residence somewhere verbe (takes up one's residence somewhere, took up one's residence somewhere, taking up one's residence somewhere)
Translation Matrix for zich nestelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
establish oneself | neerstrijken; plaatsnemen; zich nestelen; zich vestigen | |
settle | neerstrijken; plaatsnemen; zich nestelen; zich vestigen | aanzuiveren; afdoen; afhandelen; beslechten; betalen; bezinken; bijleggen; effenen; egaliseren; genoegdoen; goedmaken; koloniseren; nabetalen; regelen; rekening betalen; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; schikken; settelen; twist uit de weg ruimen; vereffenen; verrekenen; verzoenen; vestigen; voldoen |
take up one's residence somewhere | neerstrijken; plaatsnemen; zich nestelen; zich vestigen |