Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zoetheid:
  2. zoet:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zoetheid from Dutch to English

zoetheid:

zoetheid [de ~ (v)] nom

  1. de zoetheid (liefheid)
    the sweetness; the amiability; the kindness

Translation Matrix for zoetheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
amiability liefheid; zoetheid aardigheid; bekoorlijkheid; bevalligheid; goedmoedigheid; lieflijkheid; lieftalligheid; vriendelijkheid
kindness liefheid; zoetheid aardigheid; clementie; compassie; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; goedertierenheid; goedgunstigheid; goedwillendheid; gratie; mildheid; voorkomendheid; vriendelijkheid; welwillendheid; zachtaardigheid
sweetness liefheid; zoetheid bekoorlijkheid; bevalligheid

Related Words for "zoetheid":


Wiktionary Translations for zoetheid:

zoetheid
noun
  1. de mate waarin iets zoet is
zoetheid
noun
  1. condition of being sweet or sugary
  2. pleasant disposition

zoet:


Translation Matrix for zoet:

NounRelated TranslationsOther Translations
good artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
sweet beminde; dot; duifje; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepgoed; snoepjes; snoes; zoetigheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
honest braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet braaf; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fideel; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zedig
well-behaved braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet
- braaf; gehoorzaam; lief
ModifierRelated TranslationsOther Translations
good braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet aangenaam; akkoord; behaaglijk; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fijn; geschikt; in orde; leuk; mee eens; oordeelkundig; plezant; plezierig; prettig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
sweet zoet; zoetsmakend aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bemind; bevallig; charmant; dierbaar; dierbare; dottig; enig; geliefd; geliefde; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; toegenegen; verrukkelijk; vertederend
sweeted gesuikerd; zoet

Related Words for "zoet":

  • zoetheid, zoeter, zoetere, zoetst, zoetste, zoete

Synonyms for "zoet":


Antonyms for "zoet":


Related Definitions for "zoet":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • Ilse is een zoet kind1
  2. aangename smaak die ontstaat door suiker1
    • de sinaasappel is lekker zoet1

Wiktionary Translations for zoet:

zoet
adjective
  1. ter omschrijving van een vaak als aangename ervaren smaak zoals die van suiker
zoet
adjective
  1. sweet and pleasant
  2. without salt
  3. having a pleasant taste
  4. having a taste of sugar
  5. containing a sweetening ingredient
  6. not having a salty taste
  7. having a pleasant smell

Cross Translation:
FromToVia
zoet sweet süßGeschmacksrichtung von Zucker oder Honig
zoet blunt doux — Traductions à trier suivant le sens.
zoet dainty; titbit; delicacy; sweetmeat; tidbit; gourmet; candy friandiseconfiserie ou pâtisserie de petite taille.
zoet sugary; sweet sucré — Qui a un goût de sucre.