Summary


Dutch

Detailed Translations for zwachtel from Dutch to English

zwachtel:

zwachtel [de ~ (m)] nom

  1. de zwachtel
    the swathe; the swathing-band; the bandage; the swaddling bands

Translation Matrix for zwachtel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bandage zwachtel banddoek; draagband; draagverband; mitella; verband; windsel; zwachteling
swaddling bands zwachtel
swathe zwachtel verband; zwachteling
swathing-band zwachtel
VerbRelated TranslationsOther Translations
bandage zwachtelen
swathe bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren; zwachtelen

Related Words for "zwachtel":


zwachtelen:

zwachtelen verbe (zwachtel, zwachtelt, zwachtelde, zwachtelden, gezwachteld)

  1. zwachtelen
    to bandage; to swathe
    • bandage verbe (bandages, bandaged, bandaging)
    • swathe verbe (swathes, swathed, swathing)

Conjugations for zwachtelen:

o.t.t.
  1. zwachtel
  2. zwachtelt
  3. zwachtelt
  4. zwachtelen
  5. zwachtelen
  6. zwachtelen
o.v.t.
  1. zwachtelde
  2. zwachtelde
  3. zwachtelde
  4. zwachtelden
  5. zwachtelden
  6. zwachtelden
v.t.t.
  1. heb gezwachteld
  2. hebt gezwachteld
  3. heeft gezwachteld
  4. hebben gezwachteld
  5. hebben gezwachteld
  6. hebben gezwachteld
v.v.t.
  1. had gezwachteld
  2. had gezwachteld
  3. had gezwachteld
  4. hadden gezwachteld
  5. hadden gezwachteld
  6. hadden gezwachteld
o.t.t.t.
  1. zal zwachtelen
  2. zult zwachtelen
  3. zal zwachtelen
  4. zullen zwachtelen
  5. zullen zwachtelen
  6. zullen zwachtelen
o.v.t.t.
  1. zou zwachtelen
  2. zou zwachtelen
  3. zou zwachtelen
  4. zouden zwachtelen
  5. zouden zwachtelen
  6. zouden zwachtelen
diversen
  1. zwachtel!
  2. zwachtelt!
  3. gezwachteld
  4. zwachtelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zwachtelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bandage banddoek; draagband; draagverband; mitella; verband; windsel; zwachtel; zwachteling
swathe verband; zwachtel; zwachteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
bandage zwachtelen
swathe zwachtelen bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren

Related Words for "zwachtelen":


Wiktionary Translations for zwachtelen:


Cross Translation:
FromToVia
zwachtelen bandage; bind; blindfold; flex; be stretched tight; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten; have a boner bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler.
zwachtelen curry-comb; dress; bandage panser — Soigner une plaie, une blessure, lui faire un pansement.