Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. blaten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for blaten from Dutch to Spanish

blaten:

blaten verbe (blaat, blaatte, blaatten, geblaat)

  1. blaten (mekkeren)

Conjugations for blaten:

o.t.t.
  1. blaat
  2. blaat
  3. blaat
  4. blaten
  5. blaten
  6. blaten
o.v.t.
  1. blaatte
  2. blaatte
  3. blaatte
  4. blaatten
  5. blaatten
  6. blaatten
v.t.t.
  1. heb geblaat
  2. hebt geblaat
  3. heeft geblaat
  4. hebben geblaat
  5. hebben geblaat
  6. hebben geblaat
v.v.t.
  1. had geblaat
  2. had geblaat
  3. had geblaat
  4. hadden geblaat
  5. hadden geblaat
  6. hadden geblaat
o.t.t.t.
  1. zal blaten
  2. zult blaten
  3. zal blaten
  4. zullen blaten
  5. zullen blaten
  6. zullen blaten
o.v.t.t.
  1. zou blaten
  2. zou blaten
  3. zou blaten
  4. zouden blaten
  5. zouden blaten
  6. zouden blaten
diversen
  1. blaat!
  2. blaat!
  3. geblaat
  4. blatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blaten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
balar blaten; mekkeren blaffen; blèren; brullen; bulderen; op vuur pruttelen; pruttelen; schreeuwen; smoren; stoffen; sudderen
dar balidos blaten; mekkeren op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen

Wiktionary Translations for blaten:

blaten
verb
  1. het geluid van een schaap maken

Cross Translation:
FromToVia
blaten balar baa — to make the cry of sheep
blaten balar bleat — to make the cry of a sheep or goat
blaten balar bêlerpousser le cri du mouton et de la chèvre.
blaten gritar; rebuznar; balar; ladrar crierjeter un ou plusieurs cris.
blaten aullar; ulular; rebuznar; balar; gritar; ladrar hurler — Traductions à trier suivant le sens