Summary
Dutch to Spanish: more detail...
-
verteren:
- soportar; sufrir; padecer; ponerse; pasar por; aguantar; gastar; digerir; corroerse; resistir; sucumbir; pudrirse; descomponerse; seguir viviendo; desaparecer; consumir; experimentar; hundirse; comerse; tolerar; corroer; salir con bien; digerirse; salir con bien de; pasar; podrirse; gastarse; desgastar
-
Wiktionary:
- verteren → digerir
- verteren → quemar, arder, digerir, descomposición, putrefacción, consumir, gastar, desembolsar
Spanish to Dutch: more detail...
- verter en:
Dutch
Detailed Translations for verteren from Dutch to Spanish
verteren:
-
verteren (doorstaan; verdragen; doorleven; verduren)
soportar; sufrir; padecer; ponerse; pasar por; aguantar; gastar; digerir; corroerse; resistir; sucumbir; pudrirse; descomponerse; seguir viviendo; desaparecer; consumir; experimentar; hundirse; comerse; tolerar; corroer; salir con bien; digerirse; salir con bien de-
soportar verbe
-
sufrir verbe
-
padecer verbe
-
ponerse verbe
-
pasar por verbe
-
aguantar verbe
-
gastar verbe
-
digerir verbe
-
corroerse verbe
-
resistir verbe
-
sucumbir verbe
-
pudrirse verbe
-
descomponerse verbe
-
seguir viviendo verbe
-
desaparecer verbe
-
consumir verbe
-
experimentar verbe
-
hundirse verbe
-
comerse verbe
-
tolerar verbe
-
corroer verbe
-
salir con bien verbe
-
digerirse verbe
-
salir con bien de verbe
-
-
verteren (uitgeven voor een maaltijd)
-
verteren (vergaan; achteruitgaan; teruggaan; instorten; bezwijken; verrotten; wegrotten; tenondergaan; zinken)
-
verteren (wegrotten; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten)
-
verteren (verslijten; slijten; afdragen)
Conjugations for verteren:
o.t.t.
- verteer
- verteert
- verteert
- verteren
- verteren
- verteren
o.v.t.
- verteerde
- verteerde
- verteerde
- verteerden
- verteerden
- verteerden
v.t.t.
- heb verteerd
- hebt verteerd
- heeft verteerd
- hebben verteerd
- hebben verteerd
- hebben verteerd
v.v.t.
- had verteerd
- had verteerd
- had verteerd
- hadden verteerd
- hadden verteerd
- hadden verteerd
o.t.t.t.
- zal verteren
- zult verteren
- zal verteren
- zullen verteren
- zullen verteren
- zullen verteren
o.v.t.t.
- zou verteren
- zou verteren
- zou verteren
- zouden verteren
- zouden verteren
- zouden verteren
diversen
- verteer!
- verteert!
- verteerd
- verterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verteren:
Wiktionary Translations for verteren:
verteren
Cross Translation:
verb
-
voedsel afbreken
- verteren → digerir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verteren | → quemar; arder | ↔ burn — be consumed by fire |
• verteren | → digerir | ↔ digest — to separate food in the alimentary canal |
• verteren | → descomposición; putrefacción | ↔ digestion — processing of decay in organic matter assisted by microorganisms |
• verteren | → consumir | ↔ consommer — détruire et dénaturer par l’usage certains objets, comme vin, viande, bois, et toutes sortes de provisions. |
• verteren | → consumir | ↔ consumer — user, épuiser une chose ou un être jusqu’à les réduire à rien, jusqu’à les détruire. |
• verteren | → digerir | ↔ digérer — Action d’élaborer la nourriture mangée |
• verteren | → gastar; desembolsar | ↔ dépenser — Employer telle ou telle somme à l’achat de telle ou telle chose. |
External Machine Translations:
Spanish
Detailed Translations for verteren from Spanish to Dutch
verter en:
-
verter en (desembocar en)
-
verter en (resultar en; culminar; desembocar en; terminar en)
Conjugations for verter en:
presente
- vierto en
- viertes en
- vierte en
- vertemos en
- vertéis en
- vierten en
imperfecto
- vertía en
- vertías en
- vertía en
- vertíamos en
- vertíais en
- vertían en
indefinido
- vertí en
- vertiste en
- virtió en
- vertimos en
- vertisteis en
- virtieron en
fut. de ind.
- verteré en
- verterás en
- verterá en
- verteremos en
- verteréis en
- verterán en
condic.
- vertería en
- verterías en
- vertería en
- verteríamos en
- verteríais en
- verterían en
pres. de subj.
- que vierta en
- que viertas en
- que vierta en
- que vertamos en
- que vertáis en
- que viertan en
imp. de subj.
- que virtiera en
- que virtieras en
- que virtiera en
- que virtiéramos en
- que virtierais en
- que virtieran en
miscelánea
- ¡vierte! en
- ¡verted! en
- ¡no viertas! en
- ¡no vertáis! en
- vertido en
- virtiendo en
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Translation Matrix for verter en:
Verb | Related Translations | Other Translations |
resulteren | culminar; desembocar en; resultar en; terminar en; verter en | tener como resultado |
uitkomen bij | culminar; desembocar en; resultar en; terminar en; verter en | |
uitmonden | desembocar en; verter en | tener como resultado |
uitstromen | desembocar en; verter en | |
uitvloeien in | culminar; desembocar en; resultar en; terminar en; verter en | |
Other | Related Translations | Other Translations |
uitstromen | emitir; salir |
External Machine Translations: