Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. toeschrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toeschrijven from Dutch to Spanish

toeschrijven:

toeschrijven verbe (schrijf toe, schrijft toe, schreef toe, schreven toe, toegeschreven)

  1. toeschrijven

Conjugations for toeschrijven:

o.t.t.
  1. schrijf toe
  2. schrijft toe
  3. schrijft toe
  4. schrijven toe
  5. schrijven toe
  6. schrijven toe
o.v.t.
  1. schreef toe
  2. schreef toe
  3. schreef toe
  4. schreven toe
  5. schreven toe
  6. schreven toe
v.t.t.
  1. ben toegeschreven
  2. bent toegeschreven
  3. is toegeschreven
  4. zijn toegeschreven
  5. zijn toegeschreven
  6. zijn toegeschreven
v.v.t.
  1. was toegeschreven
  2. was toegeschreven
  3. was toegeschreven
  4. waren toegeschreven
  5. waren toegeschreven
  6. waren toegeschreven
o.t.t.t.
  1. zal toeschrijven
  2. zult toeschrijven
  3. zal toeschrijven
  4. zullen toeschrijven
  5. zullen toeschrijven
  6. zullen toeschrijven
o.v.t.t.
  1. zou toeschrijven
  2. zou toeschrijven
  3. zou toeschrijven
  4. zouden toeschrijven
  5. zouden toeschrijven
  6. zouden toeschrijven
diversen
  1. schrijf toe!
  2. schrijft toe!
  3. toegeschreven
  4. toeschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toeschrijven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
atribuir toeschrijven aanrekenen; gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
imputar toeschrijven

Wiktionary Translations for toeschrijven:

toeschrijven
verb
  1. het auteurschap of de eigenaar van iets associëren met iemand

Cross Translation:
FromToVia
toeschrijven imputar; atribuir; adscribir ascribe — attribute a cause or characteristic
toeschrijven atribuir; adscribir ascribe — attribute a book, etc
toeschrijven atribuir attribute — to associate ownership or authorship with

External Machine Translations: