Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. toevertrouwen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toevertrouwen from Dutch to Spanish

toevertrouwen:

toevertrouwen verbe (vertrouw toe, vertrouwt toe, vertrouwde toe, vertrouwden toe, toevertrouwd)

  1. toevertrouwen

Conjugations for toevertrouwen:

o.t.t.
  1. vertrouw toe
  2. vertrouwt toe
  3. vertrouwt toe
  4. vertrouwen toe
  5. vertrouwen toe
  6. vertrouwen toe
o.v.t.
  1. vertrouwde toe
  2. vertrouwde toe
  3. vertrouwde toe
  4. vertrouwden toe
  5. vertrouwden toe
  6. vertrouwden toe
v.t.t.
  1. heb toevertrouwd
  2. hebt toevertrouwd
  3. heeft toevertrouwd
  4. hebben toevertrouwd
  5. hebben toevertrouwd
  6. hebben toevertrouwd
v.v.t.
  1. had toevertrouwd
  2. had toevertrouwd
  3. had toevertrouwd
  4. hadden toevertrouwd
  5. hadden toevertrouwd
  6. hadden toevertrouwd
o.t.t.t.
  1. zal toevertrouwen
  2. zult toevertrouwen
  3. zal toevertrouwen
  4. zullen toevertrouwen
  5. zullen toevertrouwen
  6. zullen toevertrouwen
o.v.t.t.
  1. zou toevertrouwen
  2. zou toevertrouwen
  3. zou toevertrouwen
  4. zouden toevertrouwen
  5. zouden toevertrouwen
  6. zouden toevertrouwen
en verder
  1. ben toevertrouwd
  2. bent toevertrouwd
  3. is toevertrouwd
  4. zijn toevertrouwd
  5. zijn toevertrouwd
  6. zijn toevertrouwd
diversen
  1. vertrouw toe!
  2. vertrouwt toe!
  3. toevertrouwd
  4. toevertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

toevertrouwen [znw.] nom

  1. toevertrouwen (in bewaring geven; bewaring)
    la custodia; el el depositar en; el depósito
  2. toevertrouwen (in vertrouwen nemen)
    el confiar; el confiar en

Translation Matrix for toevertrouwen:

NounRelated TranslationsOther Translations
confiar in vertrouwen nemen; toevertrouwen
confiar en in vertrouwen nemen; toevertrouwen
custodia bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen beheer; berging; bescherming; bewaarplaats; bewaking; controle; detentie; gevangenhouding; hechtenis; hoede; opsluiting; toezicht; zeggenschap; zorg
depósito bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen afzetsel; bak; bergen; berghok; berging; bergruimte; bewaren; bezinksel; container; deposito; depot; droesem; grondsop; opslag; opslagplaats; pantservoertuig; pantserwagen; regenbak; reservoir; residu; sediment; spaarbekken; stortbak; storting; tank; vergaarbak; verzamelbekken; waterreservoir; zetsel
el depositar en bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen
VerbRelated TranslationsOther Translations
confiar toevertrouwen
confiar en hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; vertrouwen

Wiktionary Translations for toevertrouwen:

toevertrouwen
verb
  1. diensten, kennis, goederen etc. delen of beschikbaarstellen aan een betrouwbaar persoon

Cross Translation:
FromToVia
toevertrouwen confiar confier — Traductions à trier suivant le sens