Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bijnaam:
  2. bij naam:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijnaam from Dutch to Spanish

bijnaam:

bijnaam [de ~ (m)] nom

  1. de bijnaam
    el apodo; el sobrenombre; el alias; el mote
  2. de bijnaam
    el alias

Translation Matrix for bijnaam:

NounRelated TranslationsOther Translations
alias bijnaam alias; pseudoniem; schuilnaam; snelkoppeling; spotnaam; spottende naam
apodo bijnaam alias; pseudoniem; schuilnaam; spotnaam; spottende naam
mote bijnaam scheldnaam; spotnaam; spottende naam
sobrenombre bijnaam spotnaam; spottende naam
ModifierRelated TranslationsOther Translations
alias bij naam; bij zijn naam noemend; getiteld

Wiktionary Translations for bijnaam:

bijnaam
noun
  1. een breed bekende, niet-officiële naam van een persoon, een groep van personen of een zaak

Cross Translation:
FromToVia
bijnaam mote; apodo moniker — personal name or nickname
bijnaam sobrenombre; mote; apodo; chapa nickname — familiar, invented given name
bijnaam sobrenombre sobriquet — familiar name for a person
bijnaam mote Spitzname — Übername, Beiname, den jemand einer vertrauten Person verleiht und der einen positiven (freundlichen, scherzhaften) oder auch negativen (abwertenden, spöttischen) Bedeutungsaspekt enthält
bijnaam apodo; mote sobriquet — Surnom familier donner par dérision
bijnaam apodo; sobrenombre; mote surnom — Nom ajouté au nom propre d’une personne

bij naam: