Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. maatregel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maatregel from Dutch to Spanish

maatregel:

maatregel [de ~ (m)] nom

  1. de maatregel (voorziening; schikking)
    la medida; la resolución; el aprovisionamiento; el abastecimiento; la decisión; la previsión; la fijación; el decreto; la determinación

Translation Matrix for maatregel:

NounRelated TranslationsOther Translations
abastecimiento maatregel; schikking; voorziening aanvoer; aflevering; afstaan; bevoorrading; overdracht; toevoer; uitlevering; voorziening
aprovisionamiento maatregel; schikking; voorziening aanvoer; bevoorrading; inrichten; leveren; toevoer; verschaffing; voorziening
decisión maatregel; schikking; voorziening afkondiging; articulatie; beslissing; beslistheid; decreet; gedecideerdheid; pertinentie; raadsbesluit; standvastigheid; stelligheid; uitspraak; uitvaardiging; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vonnisvelling
decreto maatregel; schikking; voorziening afkondiging; decreet; uitvaardiging; verordening
determinación maatregel; schikking; voorziening afkondiging; bepalen; bepaling; beschikken; beslistheid; decreet; definiëring; determinatie; omschrijving; standvastigheid; uitvaardiging; vastberadenheid; vaststellen; verordenen; voorschrijven
fijación maatregel; schikking; voorziening aanhechting; affirmatie; assemblage; assembleren; bevestiging; definiëring; dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; het bevestigen; het vastmaken; idee-fixe; montage; omschrijving; samenstelling; samenvoeging
medida maatregel; schikking; voorziening afkondiging; afmeting; decreet; dimensie; formaat; graad; gradatie; grootte; kwantiteit; maat; maateenheid; mate; omvang; uitvaardiging
previsión maatregel; schikking; voorziening afwachting; anticiperen; helderziendheid; hoop; prognose; verwachting; vooruitlopen op; vooruitziendheid
resolución maatregel; schikking; voorziening afkondiging; antwoord; articulatie; beslechting; beslistheid; decreet; oplossing; pertinentie; resolutie; resolver; stelligheid; uitkomst; uitspraak; uitvaardiging; vastberadenheid

Related Words for "maatregel":

  • maatregelen, maatregels

Related Definitions for "maatregel":

  1. voorschrift waarmee je iets probeert te bereiken1
    • hij mag niet naar huis met de kerst, dat is een harde maatregel1

Wiktionary Translations for maatregel:

maatregel
noun
  1. iets dat wordt beslist om een doel te treffen

Cross Translation:
FromToVia
maatregel medida measure — tactic or strategy