Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- stukbreken:
-
Wiktionary:
- stukbreken → quebrar, romper, quebrantar
Dutch
Detailed Translations for stukbreken from Dutch to Spanish
stukbreken:
-
stukbreken (aan stukken breken; breken)
romper; quebrar; fracturar; romper en pedazos; hacer pedazos-
romper verbe
-
quebrar verbe
-
fracturar verbe
-
romper en pedazos verbe
-
hacer pedazos verbe
-
Conjugations for stukbreken:
o.t.t.
- breek stuk
- breekt stuk
- breekt stuk
- breken stuk
- breken stuk
- breken stuk
o.v.t.
- brak stuk
- brak stuk
- brak stuk
- braken stuk
- braken stuk
- braken stuk
v.t.t.
- heb stukgebroken
- hebt stukgebroken
- heeft stukgebroken
- hebben stukgebroken
- hebben stukgebroken
- hebben stukgebroken
v.v.t.
- had stukgebroken
- had stukgebroken
- had stukgebroken
- hadden stukgebroken
- hadden stukgebroken
- hadden stukgebroken
o.t.t.t.
- zal stukbreken
- zult stukbreken
- zal stukbreken
- zullen stukbreken
- zullen stukbreken
- zullen stukbreken
o.v.t.t.
- zou stukbreken
- zou stukbreken
- zou stukbreken
- zouden stukbreken
- zouden stukbreken
- zouden stukbreken
en verder
- ben stukgebroken
- bent stukgebroken
- is stukgebroken
- zijn stukgebroken
- zijn stukgebroken
- zijn stukgebroken
diversen
- breek stuk!
- breekt stuk!
- stukgebroken
- stukbrekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stukbreken:
Wiktionary Translations for stukbreken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stukbreken | → quebrar; romper; quebrantar | ↔ briser — rompre, mettre en pièces. |