Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- vorm:
- vormen:
-
Wiktionary:
- vorm → forma, molde
- vorm → concretizar, figura, forma, formato, molde, troquel
- vormen → configurar, formar, conformar
- vormen → formar, tallar, hacer, moldear, modelar, elaborar, confirmar, constituir, configurar
Dutch
Detailed Translations for vorm from Dutch to Spanish
vorm:
-
de vorm (conditie)
-
de vorm (gietvorm; matrijs; mal; modelvorm)
-
de vorm (afgietsel; gietsel; afgieting)
-
de vorm (uiterlijk; verschijning; voorkomen; gedaante; type; buitenkant; vertoon; aanzien; aangezicht; gelaat)
-
de vorm (postuur; figuur; gestalte; gedaante)
-
de vorm (omtrek)
-
de vorm (iemand zijn uiterlijk; verschijning; uiterlijk; voorkomen; gedaante; vertoon; buitenkant; aangezicht)
la apariencia -
de vorm (gietmal)
-
de vorm (in vorm zijn)
Translation Matrix for vorm:
Related Words for "vorm":
Related Definitions for "vorm":
Wiktionary Translations for vorm:
vorm
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vorm | → concretizar | ↔ concrete — solidify |
• vorm | → figura | ↔ figure — shape |
• vorm | → forma | ↔ form — shape or visible structure |
• vorm | → formato | ↔ format — form of presentation |
• vorm | → molde; troquel | ↔ mold — hollow form or matrix for shaping a fluid or plastic substance |
• vorm | → forma | ↔ shape — appearance or outline |
• vorm | → forma | ↔ forme — figure extérieure d’un corps, configuration d’une chose. |
vormen:
-
vormen (vorm geven; modelleren; boetseren)
-
vormen (vervaardigen; kneden; modelleren; maken)
formar; constituir; amasar; macerar; masajear; dar forma; dar masajes; modelar-
formar verbe
-
constituir verbe
-
amasar verbe
-
macerar verbe
-
masajear verbe
-
dar forma verbe
-
dar masajes verbe
-
modelar verbe
-
-
vormen (opvoeden; grootbrengen)
-
vormen (gestalte geven; vorm geven aan)
Conjugations for vormen:
o.t.t.
- vorm
- vormt
- vormt
- vormen
- vormen
- vormen
o.v.t.
- vormde
- vormde
- vormde
- vormden
- vormden
- vormden
v.t.t.
- heb gevormd
- hebt gevormd
- heeft gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
v.v.t.
- had gevormd
- had gevormd
- had gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
o.t.t.t.
- zal vormen
- zult vormen
- zal vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
o.v.t.t.
- zou vormen
- zou vormen
- zou vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
diversen
- vorm!
- vormt!
- gevormd
- vormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vormen (beschaven; cultiveren; ontwikkelen)
Translation Matrix for vormen:
Related Words for "vormen":
Related Definitions for "vormen":
Wiktionary Translations for vormen:
vormen
Cross Translation:
verb
-
in de juiste vorm brengen
- vormen → configurar; formar; conformar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vormen | → formar | ↔ form — to give shape |
• vormen | → tallar | ↔ hew — to shape; to form |
• vormen | → hacer | ↔ make — to constitute |
• vormen | → moldear; modelar; formar | ↔ mold — To shape in or on a mold |
• vormen | → elaborar; formar | ↔ gestalten — einem Gegenstand oder Prozess eine Form oder ein Konzept geben |
• vormen | → confirmar | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• vormen | → constituir | ↔ constituer — concourir, avec d’autres éléments, à former une chose en un tout ou l’essence d’une chose. |
• vormen | → formar; configurar | ↔ former — créer en donnant l’être et la forme. |