Dutch
Detailed Translations for royeren from Dutch to Spanish
royeren:
-
royeren (diskwalificeren; uitsluiten)
borrar; eliminar; descartar; dar de baja; descalificar-
borrar verbe
-
eliminar verbe
-
descartar verbe
-
dar de baja verbe
-
descalificar verbe
-
-
royeren (iemand schrappen)
Conjugations for royeren:
o.t.t.
- royeer
- royeert
- royeert
- royeren
- royeren
- royeren
o.v.t.
- royeerde
- royeerde
- royeerde
- royeerden
- royeerden
- royeerden
v.t.t.
- heb geroyeerd
- hebt geroyeerd
- heeft geroyeerd
- hebben geroyeerd
- hebben geroyeerd
- hebben geroyeerd
v.v.t.
- had geroyeerd
- had geroyeerd
- had geroyeerd
- hadden geroyeerd
- hadden geroyeerd
- hadden geroyeerd
o.t.t.t.
- zal royeren
- zult royeren
- zal royeren
- zullen royeren
- zullen royeren
- zullen royeren
o.v.t.t.
- zou royeren
- zou royeren
- zou royeren
- zouden royeren
- zouden royeren
- zouden royeren
en verder
- ben geroyeerd
- bent geroyeerd
- is geroyeerd
- zijn geroyeerd
- zijn geroyeerd
- zijn geroyeerd
diversen
- royeer!
- royeert!
- geroyeerd
- royerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze