Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. eenzaamheid:
  2. eenzaam:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for eenzaamheid from Dutch to Spanish

eenzaamheid:

eenzaamheid [de ~ (v)] nom

  1. de eenzaamheid (eenzaam gevoel)
    la soledad; el aislamiento
  2. de eenzaamheid (verlatenheid; isolement; afgezonderdheid)
    la desolación; la soledad

Translation Matrix for eenzaamheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
aislamiento eenzaam gevoel; eenzaamheid afscheiding; afzondering; antigeleiding; isolatie; isolator; isolering; schifting; vereenzaming; verzuring
desolación afgezonderdheid; eenzaamheid; isolement; verlatenheid gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; radeloosheid; somberheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; vertwijfeling; wanhoop; zwaarmoedigheid
soledad afgezonderdheid; eenzaam gevoel; eenzaamheid; isolement; verlatenheid

Related Words for "eenzaamheid":


Wiktionary Translations for eenzaamheid:

eenzaamheid
noun
  1. de hoedanigheid van het eenzaam zijn

Cross Translation:
FromToVia
eenzaamheid soledad loneliness — condition of being lonely
eenzaamheid soledad; solitud solitude — state of being alone
eenzaamheid resignación; abandono; cesión abandon — à trier

eenzaam:


Translation Matrix for eenzaam:

NounRelated TranslationsOther Translations
desierto woestenij; woestijn
independiente zelfstandige
solitario solitair
VerbRelated TranslationsOther Translations
dejado opzijzetten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abandonado afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten buiten beheer; onbeheerd; uitgevallen; vereenzaamd; wegvallen
aislado afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; geïsoleerd; in quarantaine; ingesloten; los; losstaand; niet vast; omsingeld; op zich; op zichzelf staand; separaat; vereenzaamd; vrijstaand
aparte afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afzonderlijk; alleenstaand; apart; behalve dat; bijzonder; bizar; bovendien; buitenissig; curieus; daarbij; daarenboven; eigenaardig; excentriek; gescheiden; geïsoleerd; los van elkaar; losstaand; merkwaardig; ongewoon; op zich; op zichzelf staand; separaat; terloops; terzijde; typisch; vreemd; vrijstaand; zonderling
dejado afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgezet; flodderig; gestopt; nonchalant; opgehouden; slobberig; slodderig; uitgescheiden
desierto afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgezonderd; bitter teleurgesteld; in quarantaine; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; uitgestorven; verbitterd; vereenzaamd
desolado afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten akelig; bedrukt; beroerd; ellendig; gedrukt; grauw; helaas; jammer; jammer genoeg; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; niet te troosten; ontroostbaar; sneu; somber; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos; zielsbedroefd
disipado afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; los; losstaand; niet vast; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
en si mismo afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten
independiente afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; onafhankelijk; op zich; op zichzelf; op zichzelf levend; op zichzelf staand; separaat; soeverein; vrijstaand; zelfstandig
separado afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgescheiden; afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; gesepareerd; gespreid; geïsoleerd; in quarantaine; los; los van elkaar; losstaand; niet vast; ontbonden; op zich; op zichzelf staand; opgeheven; separaat; single; uit elkaar; uit elkander; uiteen; uiteengegaan; uiteengevallen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen; vereenzaamd; verplaatsbaar; verschuifbaar; vrijstaand
solamente afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgezonderd; alleen; alleen maar; enig; enkel; exclusief; in quarantaine; slechts; uitsluitend; vereenzaamd
solitario afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgezonderd; alleenlevend; in quarantaine; solitair; vereenzaamd
sólo afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten alleen maar; enkel; enkelvoudig; louter; nog maar; slechts; vereenzaamd

Related Words for "eenzaam":


Antonyms for "eenzaam":


Related Definitions for "eenzaam":

  1. het gevoel hebben alleen te zijn1
    • ze krijgen nooit bezoek, ze zijn eenzaam1
  2. stil en verlaten1
    • we wandelden langs het eenzame strand1

Wiktionary Translations for eenzaam:

eenzaam
adjective
  1. gebrek aan gezelschap ondervindend

Cross Translation:
FromToVia
eenzaam solitario lonely — of person: dejected by feelings
eenzaam desierto désert — Qui est inhabité ou qui n’est guère fréquenté.

External Machine Translations: