Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- handhaven:
-
Wiktionary:
- handhaven → mantener, atener, mantenerse, abroquelarse
- handhaven → mantener, perseverar, preservar, guardar, defender, resguardar
Dutch
Detailed Translations for handhaven from Dutch to Spanish
handhaven:
-
handhaven (stand houden)
mantenerse-
mantenerse verbe
-
Conjugations for handhaven:
o.t.t.
- handhaaf
- handhaaft
- handhaaft
- handhaven
- handhaven
- handhaven
o.v.t.
- handhaafde
- handhaafde
- handhaafde
- handhaafden
- handhaafden
- handhaafden
v.t.t.
- heb gehandhaafd
- hebt gehandhaafd
- heeft gehandhaafd
- hebben gehandhaafd
- hebben gehandhaafd
- hebben gehandhaafd
v.v.t.
- had gehandhaafd
- had gehandhaafd
- had gehandhaafd
- hadden gehandhaafd
- hadden gehandhaafd
- hadden gehandhaafd
o.t.t.t.
- zal handhaven
- zult handhaven
- zal handhaven
- zullen handhaven
- zullen handhaven
- zullen handhaven
o.v.t.t.
- zou handhaven
- zou handhaven
- zou handhaven
- zouden handhaven
- zouden handhaven
- zouden handhaven
en verder
- is gehandhaafd
- zijn gehandhaafd
diversen
- handhaaf!
- handhaaft!
- gehandhaafd
- handhavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for handhaven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
mantenerse | handhaven; stand houden | zich houden; zich houden aan |
Antonyms for "handhaven":
Related Definitions for "handhaven":
Wiktionary Translations for handhaven:
handhaven
Cross Translation:
verb
-
iets doen voortbestaan, aan iets vasthouden
-
zich een positie in een groep verzekeren
- handhaven → mantenerse; abroquelarse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handhaven | → mantener | ↔ maintain — to keep up |
• handhaven | → perseverar | ↔ persevere — To persist steadfastly |
• handhaven | → preservar; guardar; defender; resguardar | ↔ gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen |
• handhaven | → mantener | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |