Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- ontmannen:
-
Wiktionary:
- ontmand → castrado, emasculado, debilitado
Dutch
Detailed Translations for ontmand from Dutch to Spanish
ontmannen:
-
ontmannen (castreren)
Conjugations for ontmannen:
o.t.t.
- ontman
- ontmant
- ontmant
- ontmannen
- ontmannen
- ontmannen
o.v.t.
- ontmande
- ontmande
- ontmande
- ontmanden
- ontmanden
- ontmanden
v.t.t.
- heb ontmand
- hebt ontmand
- heeft ontmand
- hebben ontmand
- hebben ontmand
- hebben ontmand
v.v.t.
- had ontmand
- had ontmand
- had ontmand
- hadden ontmand
- hadden ontmand
- hadden ontmand
o.t.t.t.
- zal ontmannen
- zult ontmannen
- zal ontmannen
- zullen ontmannen
- zullen ontmannen
- zullen ontmannen
o.v.t.t.
- zou ontmannen
- zou ontmannen
- zou ontmannen
- zouden ontmannen
- zouden ontmannen
- zouden ontmannen
en verder
- ben ontmand
- bent ontmand
- is ontmand
- zijn ontmand
- zijn ontmand
- zijn ontmand
diversen
- ontman!
- ontmant!
- ontmand
- ontmannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontmannen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
castrar | castreren; ontmannen | |
emascular | castreren; ontmannen |
Wiktionary Translations for ontmand:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontmand | → castrado; emasculado; debilitado | ↔ emasculate — castrated, emasculated |
External Machine Translations: