Dutch
Detailed Translations for ontvangen from Dutch to Spanish
ontvangen:
-
ontvangen (in ontvangst nemen; krijgen; opstrijken)
-
ontvangen (in ontvangst nemen; accepteren; aannemen; aanvaarden)
-
ontvangen (onthalen; binnenhalen; vergasten)
Conjugations for ontvangen:
o.t.t.
- ontvang
- ontvangt
- ontvangt
- ontvangen
- ontvangen
- ontvangen
o.v.t.
- ontving
- ontving
- ontving
- ontvingen
- ontvingen
- ontvingen
v.t.t.
- heb ontvangen
- hebt ontvangen
- heeft ontvangen
- hebben ontvangen
- hebben ontvangen
- hebben ontvangen
v.v.t.
- had ontvangen
- had ontvangen
- had ontvangen
- hadden ontvangen
- hadden ontvangen
- hadden ontvangen
o.t.t.t.
- zal ontvangen
- zult ontvangen
- zal ontvangen
- zullen ontvangen
- zullen ontvangen
- zullen ontvangen
o.v.t.t.
- zou ontvangen
- zou ontvangen
- zou ontvangen
- zouden ontvangen
- zouden ontvangen
- zouden ontvangen
en verder
- ben ontvangen
- bent ontvangen
- is ontvangen
- zijn ontvangen
- zijn ontvangen
- zijn ontvangen
diversen
- ontvang!
- ontvangt!
- ontvangen
- ontvangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontvangen:
Synonyms for "ontvangen":
Antonyms for "ontvangen":
Related Definitions for "ontvangen":
Wiktionary Translations for ontvangen:
ontvangen
Cross Translation:
verb
Cross Translation: