Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zij- from Dutch to Spanish

zij:

zij

  1. zij (ze)

zij [de ~] nom

  1. de zij (zijde; kant)
    el lado; el costado; la orilla; el borde; el margen

zij

  1. zij (ze)
    – derde persoon enkelvoud vrouwelijk, of meervoud, subject 1

Translation Matrix for zij:

NounRelated TranslationsOther Translations
borde kant; zij; zijde band; boekdeel; boord; boordsel; deel; flank; galon; geluidsniveau; gootlijst; haarband; haarlint; halskraag; kader; kant; koers; kraag; kranslijst; lijst; lint; omranding; omtrek; omzoming; oplegsel; passement; rand; randje; route; schilderijlijst; vleugel van een gebouw; volume; vorm; wal; waterkant; zijde; zijde van een schip; zijkant; zoom
costado kant; zij; zijde flank; kant; rand; vleugel van een gebouw; zijde; zijkant
lado kant; zij; zijde been; flank; rand; zijde; zijde van een schip; zijkant; zoom
margen kant; zij; zijde afdrukmarge; kantlijn; marge; paginamarge; rand; speelruimte; speling; vrije ruimte; winstmarge; zoom
orilla kant; zij; zijde flank; lijst; oever; schilderijlijst; zelfkant; zijde van een schip
- zijde
PronounRelated TranslationsOther Translations
ella ze; zij
- ze
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
borde rand
OtherRelated TranslationsOther Translations
ella men
ellas ze; zij men
ellos ze; zij men
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ella hen; hun
ellas hen; hun
ellos hen; hun

Synonyms for "zij":


Related Definitions for "zij":

  1. derde persoon enkelvoud vrouwelijk, of meervoud, subject1
    • gaan Jan en Josien ook mee? Zij wel, maar hij niet1

Wiktionary Translations for zij:

zij
pronoun
  1. 3e persoon enkelvoud vrouwelijk
  2. 3e persoon meervoud
noun
  1. één van beide kanten van een lichaam
  2. stof

Cross Translation:
FromToVia
zij ella she — person
zij ellos; ellas they — third-person plural pronoun
zij lado; costado côtérégion des côtes, depuis l’aisselle jusqu’à la hanche.
zij ella elle — Pronom de la troisième personne du singulier féminin sujet
zij lado; costado flancchacune des parties latérales du corps de l’homme ou des animaux, qui est depuis le défaut des côtes jusqu’aux hanches.
zij ellos ilspronom de la troisième personne du pluriel masculin sujet.
zij seda soie — Matière filamenteuse, fine et brillante (sens général)


Wiktionary Translations for zij-:


Cross Translation:
FromToVia
zij- auxiliar; accesorio; accidental auxiliaire — à classer

Related Translations for zij-