Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- getuigen:
-
Wiktionary:
- getuigen → atestiguar, testificar
- getuigen → atestar, atestiguar, probar, demostrar, testificar
Dutch
Detailed Translations for getuigen from Dutch to Spanish
getuigen:
-
getuigen
testimoniar-
testimoniar verbe
-
Conjugations for getuigen:
o.t.t.
- getuig
- getuigt
- getuigt
- getuigen
- getuigen
- getuigen
o.v.t.
- getuigde
- getuigde
- getuigde
- getuigden
- getuigden
- getuigden
v.t.t.
- heb getuigd
- hebt getuigd
- heeft getuigd
- hebben getuigd
- hebben getuigd
- hebben getuigd
v.v.t.
- had getuigd
- had getuigd
- had getuigd
- hadden getuigd
- hadden getuigd
- hadden getuigd
o.t.t.t.
- zal getuigen
- zult getuigen
- zal getuigen
- zullen getuigen
- zullen getuigen
- zullen getuigen
o.v.t.t.
- zou getuigen
- zou getuigen
- zou getuigen
- zouden getuigen
- zouden getuigen
- zouden getuigen
diversen
- getuig!
- getuigt!
- getuigd
- getuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de getuigen (getuigen voor de rechtbank)
Translation Matrix for getuigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
padrinos de boda | getuigen; getuigen voor de rechtbank | |
testigos | getuigen; getuigen voor de rechtbank | |
testimonios | getuigen; getuigen voor de rechtbank | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
testimoniar | getuigen | getuigen van; laten blijken; laten zien |
Related Definitions for "getuigen":
Wiktionary Translations for getuigen:
getuigen
Cross Translation:
verb
-
een veelal beëdigde verklaring afleggen ten aanzien van de ware toedracht van een zaak
- getuigen → atestiguar; testificar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• getuigen | → atestar; atestiguar | ↔ attester — certifier un fait, soit de vif voix, soit par écrit. |
• getuigen | → probar; demostrar | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• getuigen | → atestiguar; testificar | ↔ témoigner — porter témoignage, servir de témoin. |