Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- gom:
- uitgommen:
-
Wiktionary:
- gom → borrador, goma de borrar, gomma, goma
Dutch
Detailed Translations for gom from Dutch to Spanish
gom:
-
de gom
Translation Matrix for gom:
Noun | Related Translations | Other Translations |
borrador | gom | bordenwisser; concept; geflikflooi; geklodder; gerotzooi; klad; kladblok; kladschrift; kladwerk; model; ontwerp; proefversie; ruitenwisser; schets; schetstekening; tekening; toonbeeld; trekker; voorbeeld; voorlopig ontwerp; wisser |
goma de borrar | gom | vlakgom |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
borrador | concept |
Related Words for "gom":
uitgommen:
Conjugations for uitgommen:
o.t.t.
- gom
- gomt
- gomt
- gommen
- gommen
- gommen
o.v.t.
- gomde
- gomde
- gomde
- gomden
- gomden
- gomden
v.t.t.
- heb uitgegomd
- hebt uitgegomd
- heeft uitgegomd
- hebben uitgegomd
- hebben uitgegomd
- hebben uitgegomd
v.v.t.
- had uitgegomd
- had uitgegomd
- had uitgegomd
- hadden uitgegomd
- hadden uitgegomd
- hadden uitgegomd
o.t.t.t.
- zal uitgommen
- zult uitgommen
- zal uitgommen
- zullen uitgommen
- zullen uitgommen
- zullen uitgommen
o.v.t.t.
- zou uitgommen
- zou uitgommen
- zou uitgommen
- zouden uitgommen
- zouden uitgommen
- zouden uitgommen
en verder
- ben uitgegomd
- bent uitgegomd
- is uitgegomd
- zijn uitgegomd
- zijn uitgegomd
- zijn uitgegomd
diversen
- gom!
- gomt!
- uitgegomd
- uitgommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze