Summary


Dutch

Detailed Translations for bijtend from Dutch to Spanish

bijtend:


Translation Matrix for bijtend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
corrosivo bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend bijtende
cáustico bijtend; doordringend; fel; gemeen; inbijtend; invretend; inwerkend; scherp bijtende; bits; bitter teleurgesteld; felle; gierig; inhalig; kattig; krenterig; met sarcasme; onderdrukt; opgekropt; pinnig; sarcastisch; scherp; schraperig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vlijmend; vlijmscherp; vrekkig
mordaz bijtend; doordringend; fel; gemeen; scherp bijtende; bitter teleurgesteld; fel; felle; grimmig; hanig; met sarcasme; onderdrukt; opgekropt; pinnig; sarcastisch; scherp; snibbig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
tragando bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend onbeschoft etend; vretend

Wiktionary Translations for bijtend:


Cross Translation:
FromToVia
bijtend astringente astringent — sharp, caustic, severe
bijtend cáustico caustic — capable of destroying organic tissue
bijtend mordaz mordacious — biting, sharp or caustic in style or tone
bijtend mordedor mordacious — prone to biting
bijtend agrio sharp — offensive, critical, or acrimonious
bijtend afilado; agudo; acerbo; acre acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
bijtend agrio aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
bijtend agudo; afilado aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
bijtend afilado coupant — Qui couper.
bijtend afilado; agudo; acerbo; acre; sutil; chistoso; ocurrente; ingenioso; fino findélié, menu, mince ou étroit.
bijtend incisivo incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
bijtend agudo; acerbo; acre mordant — didact|fr Qui mordre.
bijtend afilado; agudo perçant — Qui percer, qui pénétrer.
bijtend picante piquant — Qui piquer.
bijtend afilado; agudo; puntiagudo pointu — Qui se termine en pointe
bijtend afilado; agudo pénétrant — Qui pénétrer.
bijtend afilado; agudo saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
bijtend vivo vif — Qui est en vie.
bijtend acre; agrio; amargo âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
bijtend áspero âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

bijten:

bijten [het ~] nom

  1. het bijten
    el morder

Translation Matrix for bijten:

NounRelated TranslationsOther Translations
morder bijten aanbijten; happen in; toehappen
VerbRelated TranslationsOther Translations
morder eroderen; inetsen; knagen; knauwen; snerpen; wegvreten

Related Words for "bijten":


Related Definitions for "bijten":

  1. inwerken op de bovenlaag1
    • dat zuur bijt als het op je huid komt1
  2. je tanden ergens in zetten1
    • hij beet in de appel1

Wiktionary Translations for bijten:

bijten
verb
  1. iets afsnijden of afscheuren door tanden tegen elkaar te duwen

Cross Translation:
FromToVia
bijten morder bite — to cut off a piece by clamping the teeth
bijten morder bite — to attack with the teeth
bijten picar bite — to bite a baited hook or other lure
bijten morder beißen — (transitiv) die Zähne in etwas schlagen
bijten morder mordre — Serrer avec les dents de manière à entamer. (Sens général).