Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- binnenleiden:
-
Wiktionary:
- binnenleiden → introducir, injerir, anunciar
Dutch
Detailed Translations for binnenleiden from Dutch to Spanish
binnenleiden:
-
binnenleiden (binnen brengen)
llevar dentro-
llevar dentro verbe
-
-
binnenleiden (binnenloodsen)
Conjugations for binnenleiden:
o.t.t.
- leid binnen
- leidt binnen
- leidt binnen
- leiden binnen
- leiden binnen
- leiden binnen
o.v.t.
- leidde binnen
- leidde binnen
- leidde binnen
- leidden binnen
- leidden binnen
- leidden binnen
v.t.t.
- heb binnegeleid
- hebt binnegeleid
- heeft binnegeleid
- hebben binnegeleid
- hebben binnegeleid
- hebben binnegeleid
v.v.t.
- had binnegeleid
- had binnegeleid
- had binnegeleid
- hadden binnegeleid
- hadden binnegeleid
- hadden binnegeleid
o.t.t.t.
- zal binnenleiden
- zult binnenleiden
- zal binnenleiden
- zullen binnenleiden
- zullen binnenleiden
- zullen binnenleiden
o.v.t.t.
- zou binnenleiden
- zou binnenleiden
- zou binnenleiden
- zouden binnenleiden
- zouden binnenleiden
- zouden binnenleiden
en verder
- ben binnegeleid
- bent binnegeleid
- is binnegeleid
- zijn binnegeleid
- zijn binnegeleid
- zijn binnegeleid
diversen
- leid binnen!
- leidt binnen!
- binnegeleid
- binnenleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for binnenleiden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
dar entrada a | binnenleiden; binnenloodsen | |
llevar dentro | binnen brengen; binnenleiden | |
pilotar | binnenleiden; binnenloodsen | aanvoeren; bevaren; bevel voeren over; commanderen; leiden; leidinggeven; navigeren; varen |
Wiktionary Translations for binnenleiden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnenleiden | → introducir; injerir; anunciar | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |