Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ondertekenen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ondertekenen from Dutch to Spanish

ondertekenen:

ondertekenen verbe (onderteken, ondertekent, ondertekende, ondertekenden, ondertekend)

  1. ondertekenen (tekenen; signeren)
    firmar

Conjugations for ondertekenen:

o.t.t.
  1. onderteken
  2. ondertekent
  3. ondertekent
  4. ondertekenen
  5. ondertekenen
  6. ondertekenen
o.v.t.
  1. ondertekende
  2. ondertekende
  3. ondertekende
  4. ondertekenden
  5. ondertekenden
  6. ondertekenden
v.t.t.
  1. heb ondertekend
  2. hebt ondertekend
  3. heeft ondertekend
  4. hebben ondertekend
  5. hebben ondertekend
  6. hebben ondertekend
v.v.t.
  1. had ondertekend
  2. had ondertekend
  3. had ondertekend
  4. hadden ondertekend
  5. hadden ondertekend
  6. hadden ondertekend
o.t.t.t.
  1. zal ondertekenen
  2. zult ondertekenen
  3. zal ondertekenen
  4. zullen ondertekenen
  5. zullen ondertekenen
  6. zullen ondertekenen
o.v.t.t.
  1. zou ondertekenen
  2. zou ondertekenen
  3. zou ondertekenen
  4. zouden ondertekenen
  5. zouden ondertekenen
  6. zouden ondertekenen
diversen
  1. onderteken!
  2. ondertekent!
  3. ondertekend
  4. ondertekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ondertekenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
firmar ondertekenen; signeren; tekenen aftekenen; contract aangaan; contrasteren; in werking treden; inboeken; paraferen

Wiktionary Translations for ondertekenen:

ondertekenen
verb
  1. (overgankelijk) een handtekening zetten onder iets

Cross Translation:
FromToVia
ondertekenen firmar sign — to write one's signature on a document
ondertekenen firmar; subscribir; suscribir zeichnen — (transitiv) unterzeichnen
ondertekenen firmar; subscribir signer — À trier