Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. reserveren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for reserveren from Dutch to Spanish

reserveren:

reserveren verbe (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)

  1. reserveren (behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden)
  2. reserveren (reis boeken; vastleggen; bespreken)
  3. reserveren (voorbehouden)

Conjugations for reserveren:

o.t.t.
  1. reserveer
  2. reserveert
  3. reserveert
  4. reserveren
  5. reserveren
  6. reserveren
o.v.t.
  1. reserveerde
  2. reserveerde
  3. reserveerde
  4. reserveerden
  5. reserveerden
  6. reserveerden
v.t.t.
  1. heb gereserveerd
  2. hebt gereserveerd
  3. heeft gereserveerd
  4. hebben gereserveerd
  5. hebben gereserveerd
  6. hebben gereserveerd
v.v.t.
  1. had gereserveerd
  2. had gereserveerd
  3. had gereserveerd
  4. hadden gereserveerd
  5. hadden gereserveerd
  6. hadden gereserveerd
o.t.t.t.
  1. zal reserveren
  2. zult reserveren
  3. zal reserveren
  4. zullen reserveren
  5. zullen reserveren
  6. zullen reserveren
o.v.t.t.
  1. zou reserveren
  2. zou reserveren
  3. zou reserveren
  4. zouden reserveren
  5. zouden reserveren
  6. zouden reserveren
en verder
  1. is gereserveerd
  2. zijn gereserveerd
diversen
  1. reserveer!
  2. reserveert!
  3. gereserveerd
  4. reserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reserveren:

NounRelated TranslationsOther Translations
contener behelzen; inhoud; inhouden; waarmee iets gevuld is
rechazar afbeuken; afslaan; afwijzen; afwimpelen; terugwijzen; weigeren
VerbRelated TranslationsOther Translations
contener achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden achterhouden; bedwingen; behelzen; beperken; beteugelen; bevatten; bijsluiten; bijvoegen; binnenhouden; geen afstand doen van; houden; in bedwang houden; indammen; inhouden; inkapselen; inmaken; inpekelen; inperken; insluiten; inzouten; limiteren; met handen omvatten; omspannen; omvatten; opzouten; toevoegen
dejar de lado achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden; voorbehouden
negar achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; links laten liggen; logenstraffen; loochenen; negeren; ontkennen; protesteren; ricocheren; tegenspreken; tegenwerpen; verbieden; verloochenen; verwerpen; verzaken; weerspreken; weigeren
no aceptar achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; ricocheren; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen; weigeren
poner aparte achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden afscheiden; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; hamsteren; isoleren; opbergen; oppotten; opzij leggen; potten; wegbergen
rechazar achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden abstineren; afkeuren; afschepen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; declineren; ongeschikt verklaren; onthouden; opsturen; posten; sturen; teruggooien; terugwerpen; toezenden; uitwerpen; vertikken; verwerpen; verzenden; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghouden; wegschuiven; wegsturen; wegzenden; weigeren
reservar achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden openhouden; vrijhouden
reservar un viaje bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
reservarse achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden; voorbehouden onthouden; opnemen; opslaan
- bespreken

Synonyms for "reserveren":


Related Definitions for "reserveren":

  1. van tevoren afspreken dat je er gebruik van kunt maken1
    • we hebben een tafel gereserveerd in het restaurant1
  2. het ervoor bewaren1
    • we hebben geld voor de vakantie gereserveerd1

Wiktionary Translations for reserveren:

reserveren
verb
  1. vrijhouden

Cross Translation:
FromToVia
reserveren reservar book — reserve
reserveren reservar; conservar réservergarder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.