Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- steriliseren:
-
Wiktionary:
- steriliseren → esterilizar
- steriliseren → castrar, esterilizar
Dutch
Detailed Translations for steriliseren from Dutch to Spanish
steriliseren:
-
steriliseren (steriel maken; kiemvrij maken)
esterilizar-
esterilizar verbe
-
Conjugations for steriliseren:
o.t.t.
- steriliseer
- steriliseert
- steriliseert
- steriliseren
- steriliseren
- steriliseren
o.v.t.
- steriliseerde
- steriliseerde
- steriliseerde
- steriliseerden
- steriliseerden
- steriliseerden
v.t.t.
- heb gestiriliseerd
- hebt gestiriliseerd
- heeft gestiriliseerd
- hebben gestiriliseerd
- hebben gestiriliseerd
- hebben gestiriliseerd
v.v.t.
- had gestiriliseerd
- had gestiriliseerd
- had gestiriliseerd
- hadden gestiriliseerd
- hadden gestiriliseerd
- hadden gestiriliseerd
o.t.t.t.
- zal steriliseren
- zult steriliseren
- zal steriliseren
- zullen steriliseren
- zullen steriliseren
- zullen steriliseren
o.v.t.t.
- zou steriliseren
- zou steriliseren
- zou steriliseren
- zouden steriliseren
- zouden steriliseren
- zouden steriliseren
en verder
- ben gestiriliseerd
- bent gestiriliseerd
- is gestiriliseerd
- zijn gestiriliseerd
- zijn gestiriliseerd
- zijn gestiriliseerd
diversen
- steriliseer!
- steriliseert!
- gestiriliseerd
- steriliseremd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for steriliseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
esterilizar | kiemvrij maken; steriel maken; steriliseren |
Wiktionary Translations for steriliseren:
steriliseren
Cross Translation:
verb
-
iets vrij maken van micro-organismen
- steriliseren → esterilizar
-
onvruchtbaar maken
- steriliseren → esterilizar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steriliseren | → castrar | ↔ neuter — to remove sex organs from an animal |
• steriliseren | → esterilizar | ↔ spay — remove the ovaries |
• steriliseren | → esterilizar | ↔ sterilize — disable ability to procreate |