Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- voorafgaand:
- voorafgaan:
-
Wiktionary:
- voorafgaand → antecedente, pasado, anterior
- voorafgaan → avanzar, adelantarse, adelantar, precedir, preceder, anteceder
Dutch
Detailed Translations for voorafgaand from Dutch to Spanish
voorafgaand:
-
voorafgaand (inleidend; voorgaand; introducerend)
-
voorafgaand (vooropgaand; inleidend; voorgaand)
Translation Matrix for voorafgaand:
Noun | Related Translations | Other Translations |
anterior | vorige | |
introductor | inleider | |
precedente | precedent | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
anterior | inleidend; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand | afgelopen; eerder; verleden; voordien; voorheen; vorig; vroeger |
introductor | inleidend; introducerend; voorafgaand; voorgaand | |
precedente | inleidend; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand | |
preliminar | inleidend; introducerend; voorafgaand; voorgaand | |
previo | inleidend; introducerend; voorafgaand; voorgaand |
Wiktionary Translations for voorafgaand:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorafgaand | → antecedente | ↔ antecedent — earlier in time or order |
• voorafgaand | → pasado; anterior | ↔ précédent — Qui précéder, qui est immédiatement avant, en parlant ordinairement par rapport au temps. |
voorafgaand form of voorafgaan:
-
voorafgaan (vooropgaan)
Conjugations for voorafgaan:
o.t.t.
- ga vooraf
- gaat vooraf
- gaat vooraf
- gaan vooraf
- gaan vooraf
- gaan vooraf
o.v.t.
- ging vooraf
- ging vooraf
- ging vooraf
- gingen vooraf
- gingen vooraf
- gingen vooraf
v.t.t.
- ben voorafgegaan
- bent voorafgegaan
- is voorafgegaan
- zijn voorafgegaan
- zijn voorafgegaan
- zijn voorafgegaan
v.v.t.
- was voorafgegaan
- was voorafgegaan
- was voorafgegaan
- waren voorafgegaan
- waren voorafgegaan
- waren voorafgegaan
o.t.t.t.
- zal voorafgaan
- zult voorafgaan
- zal voorafgaan
- zullen voorafgaan
- zullen voorafgaan
- zullen voorafgaan
o.v.t.t.
- zou voorafgaan
- zou voorafgaan
- zou voorafgaan
- zouden voorafgaan
- zouden voorafgaan
- zouden voorafgaan
diversen
- ga vooraf!
- gaat vooraf!
- voorafgegaan
- voorafgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorafgaan:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ir a la cabeza | voorafgaan; vooropgaan | aanvoeren; besturen; bevel voeren over; commanderen; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; voorzitten |
ir delante | voorafgaan; vooropgaan | aanvoeren; besturen; bevel voeren over; commanderen; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; vooraan rijden; vooroprijden; voorrijden; vooruit zijn; vooruitrijden; voorzitten |
Wiktionary Translations for voorafgaan:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorafgaan | → avanzar; adelantarse; adelantar; precedir | ↔ avancer — pousser en avant, porter en avant. |
• voorafgaan | → preceder; adelantarse; anteceder | ↔ précéder — aller devant ; marcher devant. |