Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- aanbetaling:
-
Wiktionary:
- aanbetaling → entrada, arras
- aanbetaling → entrada, prima, pie, cuota inicial, boleto, abono inicial, enganche, pronto pago, inicial, fianza
Dutch
Detailed Translations for aanbetaling from Dutch to Spanish
aanbetaling:
Translation Matrix for aanbetaling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
entrada | aanbetaling | aankomst; binnenkomst; boeking; deur; entree; hal; hoofdwoord; huisdeur; ingang; inkomst; inlaat; inrit; inschrijving; intocht; intrede; invaart; inval; invasie; invoer; komst; lemma; oprijlaan; oprit; plaatsing van artikel; politie-inval; portaal; schouwburgkaartje; toegang; toelating; vermelding; vestibule; voorportaal |
señal | aanbetaling | aanwijzing; eigenschap; gebaar; geste; herkenningsteken; indicatie; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; sein; signaal; symptoom; teken; tip; typering; vingerwenk; vingerwijzing; wenk |
Wiktionary Translations for aanbetaling:
aanbetaling
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanbetaling | → entrada; prima; pie; cuota inicial; boleto; abono inicial; enganche; pronto pago; inicial | ↔ down payment — payment representing a fraction of the price |
• aanbetaling | → fianza | ↔ acompte — Somme d’argent versée dès la signature d’un contrat, et enlevant toute possibilité de dédit |
External Machine Translations: