Dutch

Detailed Translations for aanstippen from Dutch to Spanish

aanstippen:

Conjugations for aanstippen:

o.t.t.
  1. stip aan
  2. stipt aan
  3. stipt aan
  4. stippen aan
  5. stippen aan
  6. stippen aan
o.v.t.
  1. stipte aan
  2. stipte aan
  3. stipte aan
  4. stipten aan
  5. stipten aan
  6. stipten aan
v.t.t.
  1. heb aangestipt
  2. hebt aangestipt
  3. heeft aangestipt
  4. hebben aangestipt
  5. hebben aangestipt
  6. hebben aangestipt
v.v.t.
  1. had aangestipt
  2. had aangestipt
  3. had aangestipt
  4. hadden aangestipt
  5. hadden aangestipt
  6. hadden aangestipt
o.t.t.t.
  1. zal aanstippen
  2. zult aanstippen
  3. zal aanstippen
  4. zullen aanstippen
  5. zullen aanstippen
  6. zullen aanstippen
o.v.t.t.
  1. zou aanstippen
  2. zou aanstippen
  3. zou aanstippen
  4. zouden aanstippen
  5. zouden aanstippen
  6. zouden aanstippen
diversen
  1. stip aan!
  2. stipt aan!
  3. aangestipt
  4. aanstippende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanstippen:

NounRelated TranslationsOther Translations
cobrar innen
fomentar bevorderen; cultiveren; stimuleren
tocar aanraken; aantikken
VerbRelated TranslationsOther Translations
alterar aanroeren; aanstippen; even aanraken afwisselen; amenderen; door elkaar halen; herzien; in de war maken; modificeren; omwerken; ontregelen; overhoophalen; toucheren; veranderen; verstoren; vertoornen; verwisselen; wijzigen
cobrar aanroeren; aanstippen; even aanraken casseren; factureren; geld in ontvangst nemen; herkrijgen; in geld omzetten; in rekening brengen; incasseren; innen; kapitaliseren; terugkrijgen; verkrijgen; verwerven; verzilveren; weerkrijgen
desordenar aanroeren; aanstippen; even aanraken door elkaar halen; dooreengooien; dooreenwerpen; in de war maken; ontregelen; overhoop halen; overhoophalen; slordig maken
excitar aanroeren; aanstippen; even aanraken aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bezielen; instigeren; ontlokken; opfokken; ophitsen; opjutten; opleven; oppeppen; opruien; opstoken; opvrijen; opwekken; opwinden; opzwepen; poken; prikkelen; provoceren; reanimeren; sterk prikkelen; stimuleren; tot leven wekken; verlevendigen
fomentar aanroeren; aanstippen; even aanraken aankweken; aanplanten; fokken; genereren; iets aanstoken; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; toucheren; verbouwen; voortbrengen
interrumpir aanroeren; aanstippen; even aanraken afbreken; afmaken; beëindigen; doden; doen ophouden; doodmaken; doodslaan; forceren; in de rede vallen; interrumperen; liquideren; ombrengen; onderbreken; ontbinden; opheffen; stukmaken; toucheren; van kant maken; verbreken; verbrijzelen; vermoorden; verstoren; vertoornen
mencionar de paso aanroeren; aanstippen; aantippen; even aanraken; tippen
perturbar aanroeren; aanstippen; even aanraken opschudden; toucheren; verstoren
ponerle visto a aanstippen; aantippen; tippen
rozar aanroeren; aanstippen; even aanraken gladstrijken; lichtjes aanraken; schampen; strijken; toesteken; toestoten
rozar apenas aanroeren; aanstippen; even aanraken
tocar aanroeren; aanstippen; even aanraken aangaan; aanraken; bespelen; betasten; betreffen; bevoelen; raken; ten deel vallen; toekomen; toevallen; voelen
tocar apenas aanroeren; aanstippen; even aanraken
tocar un momento aanroeren; aanstippen; even aanraken
tocar un poco aanroeren; aanstippen; even aanraken
trastornar aanroeren; aanstippen; even aanraken toucheren
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
alterar onrechtmatig wijzigen