Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- aard:
- aarden:
-
Wiktionary:
- aard → carácter
- aard → propiedad, temperamento, carácter, especie, género, calaña, tipo, naturaleza, índole
- aarden → de tierra
- aarden → echar, acostumbrarse, habituarse, conectar, parecerse
- aarden → conectar a tierra, poner a tierra
Dutch
Detailed Translations for aard from Dutch to Spanish
aard:
-
de aard (karakter; geaardheid; inborst)
-
de aard (inborst; karakter; mentaliteit; gemoed; natuur; geaardheid; inslag)
la naturaleza; el alma; la calidad; el carácter; el ánimo; la constitución; el busto; el temperamento; la índole -
de aard (soort)
-
de aard (onderverdeling; klasse)
Translation Matrix for aard:
Related Words for "aard":
Synonyms for "aard":
Related Definitions for "aard":
Wiktionary Translations for aard:
aard
Cross Translation:
noun
-
wezen, natuur, karakter
- aard → carácter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aard | → propiedad | ↔ Beschaffenheit — heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache |
• aard | → temperamento; carácter | ↔ Natur — die generelle Beschaffenheit einer Sache oder eines Sachverhaltes |
• aard | → temperamento; carácter | ↔ Natur — geistige, seelische oder körperliche Charakteristika und Eigenheiten von Personen oder Tieren bzw. deren gesamtes Wesen |
• aard | → especie; género; calaña | ↔ acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses. |
• aard | → tipo; especie | ↔ espèce — Traductions à trier suivant le sens. |
• aard | → género | ↔ genre — ensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs. |
• aard | → naturaleza; índole | ↔ nature — ensemble des êtres et des choses, univers. Ensemble en tant qu’ordonné et régir par des lois. |
aarden:
-
aarden (gronden)
fundar; fundamentar; echar raíces; basar en-
fundar verbe
-
fundamentar verbe
-
echar raíces verbe
-
basar en verbe
-
-
aarden (op aarde aansluiten)
-
aarden (gewendraken; wennen; aanpassen)
adaptarse; acostumbrarse a; acostumbrar; acostumbrarse; aclimatarse; habituarse a; familiarizarse con; contraer el hábito de-
adaptarse verbe
-
acostumbrarse a verbe
-
acostumbrar verbe
-
acostumbrarse verbe
-
aclimatarse verbe
-
habituarse a verbe
-
familiarizarse con verbe
-
contraer el hábito de verbe
-
Conjugations for aarden:
o.t.t.
- aard
- aardt
- aardt
- aarden
- aarden
- aarden
o.v.t.
- aardde
- aardde
- aardde
- aardden
- aardden
- aardden
v.t.t.
- ben geaard
- bent geaard
- is geaard
- zijn geaard
- zijn geaard
- zijn geaard
v.v.t.
- was geaard
- was geaard
- was geaard
- waren geaard
- waren geaard
- waren geaard
o.t.t.t.
- zal aarden
- zult aarden
- zal aarden
- zullen aarden
- zullen aarden
- zullen aarden
o.v.t.t.
- zou aarden
- zou aarden
- zou aarden
- zouden aarden
- zouden aarden
- zouden aarden
diversen
- aard!
- aardt!
- geaard
- aardende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aarden:
Wiktionary Translations for aarden:
aarden
Cross Translation:
adjective
-
van aarde gemaakt
- aarden → de tierra
-
zich thuis voelen, wennen, gewoon worden
- aarden → echar; acostumbrarse
-
wennen
- aarden → habituarse
-
met de aarde verbinden
- aarden → conectar
-
~ naar
- aarden → parecerse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aarden | → conectar a tierra | ↔ earth — connect electrically to the earth |
• aarden | → conectar a tierra; poner a tierra | ↔ ground — to connect an electrical conductor |